1.1 Organismen

1.1 Organismen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.1 Organismen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt omschrijven wat groei is.
1.1.4 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.


Slide 2 - Diapositive

Dieren, planten en mensen zijn levende wezens. Dat kun je zien aan de levenskenmerken. Bij biologie leer je over levende wezens.

Slide 3 - Diapositive

Biologie gaat over organismen. Een organisme is een levend wezen. Mensen, dieren en planten zijn organismen.
Welke organismen ken jij?

Slide 4 - Question ouverte

Levende wezens
Waaraan kun je zien dat iets leeft?

Slide 5 - Question ouverte

Levenskenmerken
  1. Ademhalen
  2. Voortplanten
  3. Uitscheiden
  4. Waarnemen
  5. Voeden
  6. Groeien
  7. Bewegen
Als
Vader
Uitgaat
Wordt
Vader
Goed 
Bezopen

Slide 6 - Diapositive

Dood en levenloos


Alle organismen gaan dood. Een dood organisme heeft geen levenskenmerken meer. Het kan niet meer ademhalen, groeien of bewegen. Vroeger kon het die dingen wel.

Slide 7 - Diapositive

Groei
Het groter en zwaarder worden van een organisme. 
Alle organismen groeien, maar soms zie je dat bijna niet.  

Slide 8 - Diapositive

Levenloos
In de natuur zijn ook dingen die nooit hebben geleefd. 
Zoals een steen. Dingen die nooit hebben geleefd, 
noem je levenloos. Levenloze dingen hebben geen
levenskenmerken gehad. Ze zullen die ook nooit krijgen.
Voorbeelden van levenloze dingen zijn:
• lucht, • steen,  • water
Levenloze dingen zijn belangrijk voor organismen. Zonder lucht en water kun je niet leven.

Slide 9 - Diapositive

Levenskenmerken
Levend: Je vertoont deze kenmerken
Dood: Je vertoont deze kenmerken niet meer
Levenloos: Je hebt deze kenmerken nooit gehad

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk!
Wat? 1.1 Organismen - opdrachten 1 t/m 10
Waar? in boek A
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Mag je bij het bureau komen
Klaar? Kijk het dan na!

timer
10:00

Slide 11 - Diapositive