H4H2 par. 2.3 Landschapszones 1

H4H2 par. 2.3 Landschapszones
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H4H2 par. 2.3 Landschapszones

Slide 1 - Diapositive

Weet je het nog? 5 klimaatfactoren

Slide 2 - Carte mentale

5 klimaatfactoren verklaren klimaatverschillen
  1. Breedteligging: Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer (en natter) het is
  2. Hoogteligging: Hoe hoger, hoe kouder
  3. Windrichting
    Aflandige wind (landwind) is droog, aanlandige wind (zeewind) is vochtig
  4. Zeestromen
    Warme zeestromen voeren warmte en neerslag naar gebieden op hogere breedte.
  5. Ligging ten opzichte van gebergten:
    Loefzijde is regenzijde, lijzijde is droog


Slide 3 - Diapositive

Wat heb je al geleerd?
Doe de begrippentest in quizlet over de begrippen van H4H2 voorkennis en par. 1 en 2

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen par. 2.3 Klimaatfactoren en  landschapszones
  • Voorkennis: Je kent 5 klimaatfactoren
  • Je weet welke klimaatfactor bepalend zijn bij tropische klimaten en bij aride klimaten
  • Je herkent tropisch regenwoud, savanne, steppe en woestijn op foto's
  • Je kunt de lage bodemvruchtbaarheid in de tropische zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat
  • Je kunt de hoge bodemvruchtbaarheid in de aride zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat

Slide 5 - Diapositive

Tropische zone:
Gebruik GB244
  1. Welke twee tropische klimaten zijn er?
  2. Welke klimaatfactor is het belangrijkste bij tropische zone?
Vul het antwoord in op de volgende pagina

Slide 6 - Diapositive

Welke twee tropische klimaten zijn er?
Welke klimaatfactor is hier het belangrijkste?

Slide 7 - Question ouverte

Aride zone
Gebruik GB244
    Welke twee aride klimaten zijn er?
 Welke 4 klimaatfactoren zijn het belangrijkste bij de aride zone?

Maak aantekeningen en noteer de antwoorden later in lessonup

Slide 8 - Diapositive

Welke twee aride (droge) klimaten zijn er?

Slide 9 - Question ouverte

Aride zone
Klimaatfactor 1: Breedteligging

Op 30 graden NB en ZB liggen gebieden met H druk
Hoog is droog

Slide 10 - Diapositive

Aride zone
Klimaatfactor 2
Ligging ten opzichte van gebergte
Lij is blij

Slide 11 - Diapositive

Aride zone
Klimaatfactor 2
Ligging ten opzichte van gebergte

In het plaatje is getekend hoe stuwingsregens ontstaan
Lij is blij

Slide 12 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit hoe stuwingsregens ontstaan (vorige dia)

Slide 13 - Question ouverte

Aride zone
Klimaatfactor 3
Grote landmassa's

Het gebied is niet bereikbaar voor vochtige lucht vanuit zee

Slide 14 - Diapositive

Aride zone
Klimaatfactor 4
  • Tussen 30 graden ZB en 30 graden NB aan de Westkant van de continenten
  • Hier waait landwind (passaatwind / oostenwind) en vóór de kust ligt koud zeewater

Slide 15 - Diapositive

Extra info
  • Zeewater is koud omdat het warme bovenlaagje naar het westen wordt WEGGEBLAZEN door de passaatwind.
  • Koud water verdampt niet, geen neerslag

Slide 16 - Diapositive

Welke 4 klimaatfactoren verklaren de aride klimaten

Slide 17 - Question ouverte

Overige leerdoelen par. 2.3
  • Je kunt de lage bodemvruchtbaarheid in de tropische zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat
  • Je kunt de hoge bodemvruchtbaarheid in de aride zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat

Slide 18 - Diapositive

Welk landschap zie je?
A
Tropisch regenwoud
B
Steppe
C
Savanne
D
Woestijn

Slide 19 - Quiz

Welk landschap zie je?
A
Tropisch regenwoud
B
Steppe
C
Savanne
D
Woestijn

Slide 20 - Quiz

Welk landschap zie je?
A
Tropisch regenwoud
B
Steppe
C
Savanne
D
Woestijn

Slide 21 - Quiz

Aan welke film(s) / vakantie denk je bij:
1. tropisch regenwoud; 2. savanne;
3. steppe; 4. woestijn

Slide 22 - Question ouverte

Leerdoelen par. 2.3 Klimaatfactoren en  landschapszones
  • Voorkennis: Je kent 5 klimaatfactoren
  • Je weet welke klimaatfactor bepalend zijn bij tropische klimaten en bij aride klimaten
  • Je herkent tropisch regenwoud, savanne, steppe en woestijn op foto's
  • Je kunt de lage bodemvruchtbaarheid in de tropische zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat
  • Je kunt uitleggen hoe zwerflandbouw bij grote bevolkingsdruk leidt tot bodemdegradatie (tekening)

Slide 23 - Diapositive

Tropische zone

Onvruchtbare bodem: door snelle afbraak van voedingsstoffen bij hoge temperatuur en vochtigheid
Zwerflandbouw / slash and burn:
Nut: voedingsstoffen uit as
Nadelen:
Werkt niet bij grote bevolkingsgroei
Kans op uitbreiding bosbranden
Bekijk het filmpje en noteer 5 trefwoorden

Slide 24 - Diapositive

Leg in eigen woorden uit wat 'slash and burn' landbouw inhoudt

Slide 25 - Question ouverte

Welke trefwoorden heb je genoteerd bij de film?

Slide 26 - Carte mentale

Je kunt uitleggen hoe zwerflandbouw bij grote bevolkingsdruk leidt tot bodemdegradatie

Slide 27 - Question ouverte

Terug naar de leerdoelen
  • Voorkennis: Je kent 5 klimaatfactoren
  • Je weet welke klimaatfactor bepalend zijn bij tropische klimaten en bij aride klimaten
  • Je herkent tropisch regenwoud, savanne, steppe en woestijn op foto's
  • Je kunt de lage bodemvruchtbaarheid in de tropische zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat
  • Je kunt de hoge bodemvruchtbaarheid in de aride zone verklaren vanuit kenmerken van het klimaat

Slide 28 - Diapositive

Wat heb je geleerd in deze les

Slide 29 - Carte mentale

Wat begrijp je niet (helemaal)?

Slide 30 - Question ouverte

Oefenen / huiswerk
Leer de begrippen tot par. 2.4 met
Maken: Par. 2.3: 1, 2, 3, 4

Slide 31 - Diapositive