2.3 Duitsland van Democratie naar Dictatuur

2.3 Duitsland van Democratie naar Dictatuur
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.3 Duitsland van Democratie naar Dictatuur

Slide 1 - Diapositive

Belangrijke begrippen uit 2.2
  • Totalitair:  als de overheid volledig heerst over de samenleving.
  • Indoctrineren: systematisch opdringen van ideeën.

Slide 2 - Diapositive

Startopdracht:
Zoek het antwoord op de volgende vragen op in je boek of op internet en noteer je antwoord in je schrift of in notities:
1. Wie was de leider van Duitsland in 1918?
2. Wat betekent het begrip: inflatie?
3. Hoe heet de eerste Duitse democratie?
4. Leg uit wat het verband is tussen de Beurskrach (1929) en de economische problemen in Duitsland.  

timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Antwoorden startopdracht

1. Wie was de leider van Duitsland in 1918? Keizer Wilhelm II
2. Wat betekent het begrip: inflatie? Inflatie betekent dat je met hetzelfde bedrag minder producten kan kopen.
3. Hoe heet de eerste Duitse democratie? De Weimarrepubliek.
4. Leg uit wat het verband is tussen de Beurskrach (1929) en de economische problemen in Duitsland.  

Slide 4 - Diapositive

2.3: Duitsland van democratie naar dictatuur

Slide 5 - Diapositive

Aan het einde van deze les:
... kun je uitleggen welke politieke problemen er waren in Duitsland in het interbellum.
... kun je uitleggen welke economische problemen er waren in Duitsland in het interbellum.

Slide 6 - Diapositive

Politieke problemen:
Laatste dagen van WO I (1918):
  • Soldaten en matrozen gaan muiten.
  • Arbeiders staken
  • Keizer vlucht naar neutraal Nederland
  • Socialisten roepen in Berlijn een republiek uit met een parlementaire democratie.

Slide 7 - Diapositive

Politieke problemen:
Democratie:
  • Nieuw parlement, de Rijksdag.
  • Vergadert in Weimar, in Berlijn wordt gevochten.
  • Eerste Duitse democratie wordt de Weimarrepubliek genoemd: 1918/1919- 1933.

Slide 8 - Diapositive

Politieke problemen:
Opstand:
  • 5 januari 1919: Communistische opstand.
  • Leger wordt ingezet.
  • Opstandelingen ook bestreden door extreem gewelddadige bendes.
  • Meer dan 1200 doden.
  • Blijft onrustig, het lukt de regering niet om te zorgen voor orde en veiligheid.

Slide 9 - Diapositive

Politieke problemen:
Vrede van Versailles:
  • Slecht voor het vertrouwen van de bevolking in de democratie.
  • Antidemocratische generaals en politici spreken over de dolkstootlegende (=complottheorie over verlies WO1)
  • Veel Duitsers geloven dit en voelen zich verraden door democratische politici.

Slide 10 - Diapositive

Economische problemen:
De Duitse Mark:
  • Weinig zekerheid over de waarde, economische crisis.
  • inflatie: Mark wordt steeds minder waard.
  • 1923: inflatie wordt rampzalig.

Slide 11 - Diapositive

Economische problemen:
Inflatie: 
  • Lange rijen voor winkels.
  • Voedsel tekorten
  • Hongerdoden

Slide 12 - Diapositive

Economische problemen:
Tijdelijke welvaartsgroei:
  • Nieuwe Duitse Mark, duizend miljard keer zoveel waard als de oude. (eind 1923)
  • Hulp van Amerika, Duitse banken krijgen Amerikaanse leningen in 1924
  • Verlaging herstelbetalingen door de geallieerden.

Slide 13 - Diapositive

Economische problemen:
Economische wereldcrisis:
  • Beurskrach 1929
  • Armoede en werkloosheid keren terug.
  • Duitsland extra hard getroffen omdat het afhankelijk was van Amerikaanse leningen die nu wegvielen.
  • Eind 1932: 30 % van de Duitse bevolking werkloos.
  • Mensen zijn wanhopig.

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag:
Maak opdrachten 1 en 2 van paragraaf 2.3. 
Tekstboek: blz. 34
Werkboek: blz. 41. 
Vrijdag a.s maken we de rest af 
SO §2.1-2.3 vrijdag 29 -11


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo