Beco personeel en organisatie

Wat is geen kenmerk van een arbeidsovereenkomst (zijn drie kenmerken)
A
CAO
B
loon
C
gezagsverhouding
D
arbeidsverplichting
1 / 23
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat is geen kenmerk van een arbeidsovereenkomst (zijn drie kenmerken)
A
CAO
B
loon
C
gezagsverhouding
D
arbeidsverplichting

Slide 1 - Quiz

Als je werkt via een overeenkomst van opdracht... (meerdere mogelijk)
A
betaalt de werkgever geen loonbelasting en premies
B
ontvang je geen loondoorbetaling bij ziekte
C
mag je iemand anders het werk uit laten voeren
D
Alle voorgaande

Slide 2 - Quiz

Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
A
is sprake van een flexibele aanstelling
B
is geen sprake van een proeftijd
C
is een vaste einddatum
D
is sprake van een 'vast contract'

Slide 3 - Quiz

Loonkosten zijn...
A
hoger dan het brutoloon
B
lager dan het brutoloon
C
hetzelfde, tenzij er pensioen wordt afgedragen
D
altijd hetzelfde

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Je steelt op je werk, wordt betrapt en maakt je werkdag af. Een week later zegt je werkgever dat je op staande voet ontslagen bent. Mag dat?
A
Nee, moet direct
B
nee, staande voet is niet voor diefstal
C
Ja, diefstal is altijd staande voet

Slide 7 - Quiz

Je neemt ontslag omdat je werkgever aangeeft dat je het werk niet meer aan kan. Het blijkt te zwaar te zijn. Je bent tien jaar in dienst geweest. Heb je recht op een transitievergoeding?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Bij onvoldoende functioneren verloopt het ontslag...
A
Via het UWV
B
Via de kantonrechter
C
met wederzijds goedvinden
D
Via de arbeidsrechter

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat is geen recht van de OR?

A
Adviesrecht
B
initiatiefrecht
C
instemmingsrecht
D
Besluitrecht

Slide 12 - Quiz

Een CAO wordt afgesloten...
A
Tussen werkgever en werknemer
B
tussen vakbonden en werkgevers
C
tussen vakbonden en werkgeversorganisaties
D
Tussen vakbonden, werkgeversorganisaties en de minister

Slide 13 - Quiz

Welk gesprek wordt hier bedoeld?
kenmerken: tweerichtingsverkeer, vaak eens per jaar, toekomstafspraken, feedback van leidinggevende naar werknemer en andersom.
A
Functioneringsgesprek
B
beoordelingsgesprek
C
exit-gesprek
D
resultaatgesprek

Slide 14 - Quiz

De HR cyclus bestaat uit
A
instroom - tussenstroom - uitstroom
B
instroom - doorstroom - uitstroom
C
Functionerings- beoordeling- exitgesprek
D
feedbackgesprek - beoordelingsgesprek - exitgesprek

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Je hebt recht op vakantiegeld
A
Als je een aanstelling voor onbepaalde tijd hebt
B
Als het in de CAO staat
C
Als het in je individuele arbeidsovereenkomst staat
D
altijd

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

accounting, sales, personeelszaken.. zijn
A
staf-afdelingen
B
ondersteunende afdelingen
C
leidinggevenden
D
lijn-afdelingen

Slide 19 - Quiz


A
functie- product - gegrafisch - organisatie
B
functie - afdeling - gegrafisch - afdeling
C
product - doelgroep - geografisch - functie
D
allemaal Functionele indelingen

Slide 20 - Quiz

Grootste spandiepte
A
3
B
4
C
7

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

omspanningsvermogen...
A
aantal personen waaraan je leiding geeft
B
als dit kleiner is dan het aantal personen waaraan je leiding geeft, moet de afdeling opgesplitst worden
C
Als dit groter is dan het aantal personen waaraan je leiding geeft, moet er training plaats vinden
D
Neemt af wanneer de leidinggevende een cursus leidinggeven volgt.

Slide 23 - Quiz