Thema 3 - les 6 - de stam van een werkwoord

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Wat is het werkwoord?

Mijn ouders vertellen over vroeger.

1. vertellen
2. ouders
3. vroeger
4. over

Wat is het werkwoord in de zin?

We lopen de halve dag door de stad.

1. We
2. halve
3. lopen
4. dag en stad

Wat is het werkwoord?

Ik luister naar leuke muziek op spotify.

1. naar
2. luister
3. muziek
4. spotify

lesdoel

Ik weet wat de stam van een werkwoord is en kan daarmee opdrachten maken.

Wat is de stam (ik-vorm) van : drinken

....... jij graag thee?

1. drink
2. drinkt
3. dronk
4. gedronken

tegenwoordige tijd

verleden tijd

Gisteren was het nog kouder. 

Het is vandaag erg koud.

Jasper poetste zijn tanden. 

We spelen buiten in de sneeuw 

Wat is de STAM (ik-vorm) van het werkwoord

maken

Wat is de STAM (ik-vorm) van het werkwoord

schaatsen

Wat is de STAM (ik-vorm) van het werkwoord

schaatsen

Wat is de stam (ik-vorm) van het werkwoord

luisteren

1. luisteren
2. luister
3. luistert
4. luisterde

Wat is de stam (ik-vorm) van het werkwoord ?

vertellen

1. vertellen
2. vertelde
3. vertel
4. vertelt

stam van het werkwoord

hele werkwoord

schaatsen

bestaan

schrijf

vragen 

besta

lopen

was

schaats

wassen

schrijven

loop

vraag

Hoe herken je de stam van een werkwoord?

1. aan de wij-vorm
2. aan de jij-vorm
3. aan de hij-vorm
4. aan de ik-vorm

Taal

Blok 3 - les 6

Alle opgaven

Klaar: taalblobs