Blok 1 - week 3 - ei/ij of au ou en ww ik-vorm

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5,6

Sleep de woorden naar de goede plek!!!! Opgave 1

ei

au

Opgave 2

bezorgen

Schrijf de ik-vorm op je wisbord.

Ik .............

lopen

Schrijf de ik-vorm op je wisbord.

Ik .............

fietsen

Schrijf de ik-vorm op je wisbord.

Ik .............

Wat ga jij vandaag leren?

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

werkwoord: roepen

ik-vorm -  ik roep                dit is de stam

hij-vorm - hij roept           dit is de stam + t

wij-vorm - wij roepen      dit is het hele werkwoord

Wat is de stam (ik-vorm) van het werkwoord?

rijgen

Wat is de stam (ik-vorm) van het werkwoord?

roepen

Wat is de stam (ik-vorm) van het werkwoord?

graven

Opgave 4 (wisbord)

Maak een woord met lijk(e) of ig(e)

De man is vriende..........

De vriende........... man

De vrouw is aard..

De aard.. vrouw

geweld

ig(e)

of

lijk(e)

Ik rijd op een ........ motor!

vrezen

ig(e)

of

lijk(e)

Dan rijd ik in ........... weersomstandigheden.

aan het werk

Spelling - week 1 = les 4

MAAK ALL OPGAVEN

KLAAR: taalblobs