Herhaling Thema 8 Zintuigen

Herhaling Thema 8 Zintuigen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Thema 8 Zintuigen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
20 min herhaling per leerdoel/ paragraaf
Schrijf mee in je boek of je het leerdoel al snapt
Oefentoets maken online

Slide 2 - Diapositive

8.1 Leerdoelen
1. Je kunt de delen van het zenuwstelsel noemen
2. Je kunt de werking van het zenuwstelsel beschrijven 

Slide 3 - Diapositive

Het zenuwstelsel
  • de grote hersenen
  • de kleine hersenen
  • de hersenstam
  • het ruggenmerg
Dit samen noemen we het centrale zenuwstelsel  
8.1.1

Slide 4 - Diapositive

Werking zenuwstelsel
Prikkels zijn berichten van buiten het lichaam

Impulsen zijn elektrische signalen
Prikkels van buiten -->
Impulsen lopen over de zenuwen
8.1.2

Slide 5 - Diapositive

8.2 Leerdoelen
1. Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
2. Je kunt beschrijven wat een zenuw is

Slide 6 - Diapositive

Zenuwcel
Het versturen van de impulsen gaat via zenuwcellen.

Het zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam en uitlopers
8.2.1

Slide 7 - Diapositive

Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel
8.2.2

Slide 8 - Diapositive

8.3 Leerdoelen
1. Je kunt de hersenen indelen in drie delen

2. Je kunt de functies  van de hersenen beschrijven


Slide 9 - Diapositive

Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen 
Hersenstam
8.3.1

Slide 10 - Diapositive

Grote hersenen
- Waarnemingen worden verwerkt (bewustwording)

- Impulsen komen binnen in de grote hersenen
  • Gevoel
  • Beweging

blz 132 kijken naar het plaatje

8.3.2

Slide 11 - Diapositive

Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen. 

De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie. 


8.3.2

Slide 12 - Diapositive

Hersenstam
De hersenstam bestuurt levensfuncties als hartslag, ademhaling en bloeddruk.

Reflexen worden geregeld door de hersenstam
 
Is de snelweg naar de hersenen, alles gaat erlangs
 

8.3.2

Slide 13 - Diapositive

8.4 Leerdoelen
1. Je kunt de invloed van medicijnen, alcohol en drugs op het zenuwstelsel beschrijven.
2. Je kunt de risico’s van het gebruik van verslavende middelen noemen.

Slide 14 - Diapositive

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Alcohol, drugs en medicijnen kunnen de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden
Daarom mag je bijvoorbeeld niet autorijden met drank of drugs op

Je kunt ook verslaafd worden aan de beïnvloeding zoals met roken
8.4.1

Slide 15 - Diapositive

Medicijnen 
Morfine is een medicijn wat pijn bestrijdt

Je wordt suf en je reactievermogen en waarnemingsvermogen neemt af.
8.4.2

Slide 16 - Diapositive

8.5 Leerdoel
1. Je kunt beschrijven welke weg impulsen afleggen bij een bewuste reactie
2. Je kunt beschrijven wat een reflex is
3. Je kunt beschrijven wat de functie van een reflex is

Slide 17 - Diapositive

Bewuste reacties
Bewuste reacties zoals lachen als iemand een foto maakt, gaan de impulsen altijd via de hersenen

je ziet de camera--> de prikkel gaat naar je zintuigcellen in je ogen--> impuls gaat via zenuwen naar de grote hersenen--> Je wordt bewust van de camera en lacht

Je kunt kiezen of je de reactie uitvoert, daarom is het bewust
8.5.1

Slide 18 - Diapositive

Reflex
Onbewuste reactie, gaat niet via de hersenen alleen via ruggenmerg, Je ogen die scherpstellen bijvoorbeeld

OF Je raakt iets heets aan dan trek je meteen je hand weg maar denkt hier niet overna, pas later ben je bewust van de beweging

Snelle reactie



8.5.2
8.5.3

Slide 19 - Diapositive

8.6 Leerdoelen
1. Je kunt de bouw en functie van het hormoonstelsel beschrijven en je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
2. Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier.
3. Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren.

Slide 20 - Diapositive

Belangrijke hormoonklieren

- Eierstokken en teelballen 
- Eilandjes van Langerhans 
- Bijnieren 
8.6.1

Slide 21 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
  • Eilandjes van Langerhans: zijn groepjes cellen in de alvleesklier
  • Regelen glucosegehalte/ bloedsuikerspiegel
  • Glucose = suiker (krijg je binnen via eten)




8.6.2

Slide 22 - Diapositive

De Bijnieren
bijnieren
- liggen bovenop de nieren
- produceren adrenaline
Als je schrikt wordt er meer adrenaline geproduceerd. De gehalte glucose stijgt in je bloed en je hart gaat sneller kloppen
Adrenaline heeft een kortdurende werking
8.6.3

Slide 23 - Diapositive

Wat ga je doen
Maak de test jezelf (online)
Maak de oefentoets (online)
Maak een samenvatting
Maak een begrippenlijst 

Slide 24 - Diapositive