Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Le cours de français
Slide 1 - Diapositive
Programme d'aujourd'hui
Grammaire II: exercice 16a,b
Grammaire II: explication
Grammaire II: exercices 16c,d
BUT DU COURS: je kent de lidwoorden in het Frans.
Slide 2 - Diapositive
Grammaire II
Nous faisons ensemble l'exercice 16a en 16b.
Page 25/26
Slide 3 - Diapositive
Grammaire II
Lidwoorden: de, het, een.
Het huis
De broer
Een familie
Het zelfstandig naamwoordis in het Frans altijd mannelijk of vrouwelijk. Het lidwoord is daarom ook mannelijk of vrouwelijk.
Slide 4 - Diapositive
De lidwoorden de en het
Je kunt aan een zelfstandig naamwoord niet zien of het mannelijk of vrouwelijk is. Je leert wél de vocabulaire altijd met het lidwoord ervoor. Je hebt bijvoorbeeld al geleerd:
Le garçon Le is mannelijk De jongen
La fille La is vrouwelijk Het meisje
Les vacances Les is meervoud De vakantie
Wanneer een zelfst. naamwoord eindigt op een -s, is het altijd meervoud!
Slide 5 - Diapositive
De lidwoorden de en het
Voor een klinker (a, e, i, o, u) of een h die je niet hoort, veranderen le en la in l'.
