Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
goedemorgen puppies!
Slide 1 - Diapositive
Formuleren H3
doel:
aan het eind van deze les kun je verbanden in zinnen herkennen.
ook weet je wat signaalwoorden zijn.
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
uitleg formuleren H3
huiswerk H1 nakijken in duo's
zelfstandig aan de slag met opdrachten H3
Slide 3 - Diapositive
Hoe kun je van deze twee zinnen een zin maken? (Gebruik verbindingswoorden) - Ik kleed me heel mooi aan - Ik ga naar een feest
Slide 4 - Question ouverte
Welke signaalwoorden ken je?
Slide 5 - Carte mentale
Verbanden tussen (delen van) zinnen
Tekstverbanden: tussen alinea's of zinnen.
Verschillende tekstverbanden en verschillende signaalwoorden.
Je herkent het tekstverband aan een bepaald signaalwoord.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Welk signaalwoord herken je en welk verband hoort daarbij? In deze zomervakantie zwem ik vrijwel elke dag. Ook ga ik vaak surfen (pak het schema op blz 92 erbij!!)
Slide 8 - Question ouverte
Veel mensen lusten absoluut geen rijstepap. Daar zitten namelijk klontjes in.
Slide 9 - Question ouverte
Grammatica
Slide 10 - Diapositive
Op welke manieren kun je de persoonsvorm vinden?
Slide 11 - Question ouverte
Persoonsvorm
Een zin heeft altijd een persoonsvorm
De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
- staat in het enkelvoud of meervoud
- staat in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd
Drie manieren om hem te vinden:
Tijdsproef, vraagproef, getalsproef
Slide 12 - Diapositive
Wat is de zinsdeelproef?
Slide 13 - Question ouverte
Zinsdeelproef
Bepaal de persoonsvorm.
Zet haakjes om de persoonsvorm.
Kijk welke zinsdelen voor de persoonsvorm kunnen staan.
Zet zinsdeelstrepen.
Bepaal hoeveel zinsdelen in de zin staan.
Slide 14 - Diapositive
Hoe vind je het onderwerp?
Slide 15 - Question ouverte
Onderwerp (o)
* Kan uit één of meer woorden bestaan, bijvoorbeeld: Ik - het meisje - de aardige leerling uit klas 1B