Uitdrukkingen en synoniemen

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Other languages

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Uitdrukkingen
Zoek steeds de juiste uitleg. 
Let op: wij beschouwen elke uitdrukking figuurlijk (niet letterlijk)!

Slide 2 - Diapositive

'Een lange arm hebben' betekent:
A
Alles goed kunnen vastnemen
B
Veel macht bezitten
C
Goed zijn in tikkertje
D
Veel in de problemen komen

Slide 3 - Quiz

Bitter in de mond maakt het hart gezond.
A
Bittere appels zijn het gezondste.
B
Zoet snoepgoed zorgt voor een hartaanval.
C
Goede medicijnen hoeven niet lekker te smaken.
D
Rijmen maakt je gezond.

Slide 4 - Quiz

Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten.
A
Wie verkeerde dingen doet, moet de gevolgen dragen.
B
Ga nooit op hete oppervlakken zitten.
C
Jezelf verbranden is erg pijnlijk.

Slide 5 - Quiz

Vele handen maken licht werk.
A
Je kan pas aan het werk gaan als iedereen aanwezig is.
B
Samenwerken maakt het werk makkelijker.
C
Gebruik altijd beide handen als je iets doet.

Slide 6 - Quiz

Iemand op de tenen trappen
A
Iemand beledigen
B
Iemand pijn doen
C
Iemand plagen

Slide 7 - Quiz

Iemand het gras voor de voeten wegmaaien
A
Iemand verwonden
B
Je beter voelen dan iemand anders
C
Net dat zeggen/doen wat de andere wilde zeggen/doen

Slide 8 - Quiz

De vinger op de wonde leggen
A
Iets nauwkeurig aanwijzen/zeggen
B
Natrappen
C
De wonde ontsmetten

Slide 9 - Quiz

Dat zijn twee handen op een buik.
A
Hij heeft veel te veel gegeten.
B
Ze worden mama en papa.
C
Ze zijn het volledig eens.

Slide 10 - Quiz

Iemand een rad voor de ogen draaien
A
Iemand duizelig maken
B
Iemand misleiden
C
Iemand hypnotiseren

Slide 11 - Quiz

Met kop en schouders ergens boven uitsteken
A
Veel beter zijn in iets
B
Veel groter zijn
C
Voorkruipen

Slide 12 - Quiz

Synoniemen
Neem je boek op p. 124.
We lossen opdracht c op.

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet 'iemand die geen vlees eet'?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe heet een 'inspuiting'?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een mooi woord voor 'smoelensmid'?

Slide 16 - Question ouverte

Geef een synoniem voor 'magerzucht, gebrek aan eetlust'.

Slide 17 - Question ouverte

Geef een ander woord voor 'geneeskundig'.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een synoniem voor 'insmeren'?

Slide 19 - Question ouverte

Wat heb je als je 'stabiliteit' hebt, als je 'in balans' bent?

Slide 20 - Question ouverte

Synoniemen
Neem je boek op p. 125.
We lossen samen opdracht 6 op.

Slide 21 - Diapositive

Synoniemen en antoniemen
Sla je boek open op opdracht 7 (p. 125).
We lossen eerst mondeling de opdracht op, daarna volgt de verbetering.

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 7 p. 125
1. pessimist - halfleeg                               6. negatieve
2. figuurlijk                                                      7. ongeluk
3. Geestelijk                                                    8. krom
4. lelijk                                                               9. ontwaken
5. voordeel

Slide 23 - Diapositive

Tijd over?
Maak opdracht b op p. 124.
Om je te helpen krijg je de woorden die onderaan de piramide staan:
'dokter'
'wandelen'

Slide 24 - Diapositive