Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2TH Werkwoorden Les 4
Regelmatige werkwoorden
Les 4
Herhalen
présent - imparfait - passé composé
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Regelmatige werkwoorden
Les 4
Herhalen
présent - imparfait - passé composé
Slide 1 - Diapositive
Oefenen!
In deze les ga je
herhalen
wat je in de afgelopen 3 lessen hebt geleerd.
Je mag de
samenvattingen
die je hebt gemaakt er ook bij houden, graag zelfs!
Geef antwoord door
in de app te typen
of maak het op papier en
upload een foto
. Je hebt niet heel lang de tijd.
Slide 2 - Diapositive
Hoe maak je de présent van ww op -ER, -IR en -RE?
Slide 3 - Question ouverte
Présent
Stam maken + uitgang
-ER
-IR
-RE
je e is s
tu es is s
il/elle/on e it -
nous ons issons ons
vous ez issez ez
ils/elles ent issent ent
Slide 4 - Diapositive
Hoe maak je de imparfait van ww op -ER, -IR en -RE?
Slide 5 - Question ouverte
Imparfait
nous-vorm van de présent - ONS + uitgang
-ER
/
-IR
/
-RE
je ais
tu ais
il/elle/on ait
nous ions
vous iez
ils/elles aient
Slide 6 - Diapositive
Hoe maak je de passé composé?
Slide 7 - Question ouverte
Passé composé
Het voltooid deelwoord maak je als volgt:
donner (
geven
) - er + é = donné (
gegeven
)
choisir (
kiezen
) - ir + i = fini (
gekozen
)
attendre (
wachten
) - re + u = attendu (
gewacht
)
Slide 8 - Diapositive
Twee delen
Om de passé composé te maken, heb je twee delen nodig:
Ik
heb
gewerkt
Jij
hebt
gekozen
Het
blauwe
werkwoord is het
Wij
hebben
gewacht
hulpwerkwoord
Hij
is
gevallen
Het
rode
werkwoord is het
Zij
zijn
gebleven
voltooid deelwoord
Jullie
zijn
vertrokken
Slide 9 - Diapositive
Passé composé (met avoir)
De twee delen vertaal je dan zo:
Ik
heb
gewerkt
J'
ai
travaillé
Jij
hebt
gekozen
Tu
as
choisi
Wij
hebben
gewacht
Nous
avons
attendu
Let op:
je moet de rijtjes van de hulpwerkwoorden dus ook kennen!
Slide 10 - Diapositive
Passé composé (met être)
Onderwerp = vrouwelijk + e
Onderwerp = meervoud + s
Ik ben vertrokken = je suis parti
(e)
Jij bent vertrokken = tu es parti
(e)
Hij is vertrokken = il est parti Je zet de
e
of
s
tussen
Zij is vertrokken = elle est parti
e
haakjes als je niet
Wij zijn vertrokken = nous sommes parti
(e) s
weet of het onderwerp
Jullie zijn vertrokken = vous êtes parti
(e) s
mannelijk of vrouwelijk
U bent vertrokken = vous êtes parti
(e)
is.
Zij (m) zijn vertrokken = ils sont parti
s
Zij (v) zijn vertrokken = elles sont parti
es
Slide 11 - Diapositive
Oefenen!
Per dia zie je
1) een werkwoord dat je moet vervoegen in de gegeven tijd
2) een kort zinnetje dat je moet vertalen
Succes!
Slide 12 - Diapositive
Vervoeg:
DONNER - PRÉSENT
Slide 13 - Question ouverte
Vervoeg:
FINIR - PRÉSENT
Slide 14 - Question ouverte
Vervoeg:
VENDRE - PRÉSENT
Slide 15 - Question ouverte
Vervoeg:
TOMBER - IMPARFAIT
Slide 16 - Question ouverte
Vervoeg:
MORDRE - IMPARFAIT
Slide 17 - Question ouverte
Vervoeg:
REMPLIR - IMPARFAIT
Slide 18 - Question ouverte
Vervoeg:
RESTER - PASSÉ COMPOSÉ
Slide 19 - Question ouverte
Vervoeg:
PUNIR - PASSÉ COMPOSÉ
Slide 20 - Question ouverte
Vervoeg:
DESCENDRE - PASSÉ COMPOSÉ
Slide 21 - Question ouverte
Vertaal:
(donner = geven)
Zij (m) geven
Slide 22 - Question ouverte
Vertaal:
(finir = eindigen)
Jullie eindigden
Slide 23 - Question ouverte
Vertaal:
(perdre = verliezen)
Ik verloor
Slide 24 - Question ouverte
Vertaal:
(rencontrer - ontmoeten)
Wij hebben ontmoet
Slide 25 - Question ouverte
Vertaal:
(punir = straffen)
Hij straft
Slide 26 - Question ouverte
Vertaal:
(descendre - naar beneden gaan)
Wij zijn naar beneden gegaan
Slide 27 - Question ouverte
Vertaal:
(parler - praten)
Zij (m) hebben gepraat
Slide 28 - Question ouverte
Vertaal:
(choisir - kiezen)
Jij koos
Slide 29 - Question ouverte
Vertaal:
(vendre - verkopen)
U verkocht
Slide 30 - Question ouverte
Vertaal:
(rester - blijven)
Jij bent gebleven
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal:
(rougir - blozen)
Zij bloosde
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal:
(mordre - bijten)
Ik bijt
Slide 33 - Question ouverte
La fin!
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2TH Werkwoorden Les 3
Mars 2020
- Leçon avec
47 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3TL Regelmatige werkwoorden les 2 Passé composé
Mai 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Klas H3 week 9 les 2
Février 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
FA p3a GL3 CH1 Bron G Partir sortir, sentir servir dormir
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
chap 1 bron G en futur proche
Septembre 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3TL Regelmatige werkwoorden les 2 Passé composé
Septembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Frans 3hD - H1 les 11 - bron G
Août 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verbes -er, -ir, -re
Juin 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3