Grote getallen & machten van 10

Grote getallen &
Machten van 10
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grote getallen &
Machten van 10

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Voorkennis: machten en rekenvolgorde
  • Doelen van deze les
  • Uitleg
  • Zelf op onderzoek uit
  • Huiswerk
  • Terug blik

Slide 2 - Diapositive

Zelf op onderzoek uit

Machten
72=
33=
25=

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenvolgorde

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenvolgorde
Haakjes
Machten en wortels
Vermenigvuldigen en delen
Optellen en aftrekken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
- Ik ken de grote getallen en kan hier mee rekenen.
- Ik ken de informatie eenheden en kan deze omrekenen.
- Ik kan rekenen met de machten van 10.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote getallen
1 000 000
10

100

000
10 000
100 000

1

10 000 000
100 000 000

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote getallen
1 duizend = 1000
1 miljoen = 1 000 000
1 miljard = 1 000 000 000 
1 biljoen = 1 000 000 000 000

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grote getallen
Schrijf het getal met het woord miljoen of miljard. 
Rond af op één decimaal.

45 298 263 583

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Machten van 10
1 duizend = 1000 = 
1 miljoen = 1 000 000 = 
1 miljard = 1 000 000 000 =
1 biljoen = 1 000 000 000 000 = 
103
106
109
1012

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatie eenheden
1 byte 

1 TB (terabyte)
1 kB (kilobyte)
1 PB (petabyte)
1 MB (megabyte)
1 GB (gigabyte)


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Rest van de les
Opgave 1 tot en met 16

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
- Ik ken de grote getallen en kan hier mee rekenen.
- Ik ken de informatie eenheden en kan deze omrekenen.
- Ik kan rekenen met de machten van 10.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions