SLB lj1

studieloopbaanbegeleiding
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Algemene bouwkundeMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

studieloopbaanbegeleiding

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Opdracht
Vul de enquête in over mindset...

Slide 3 - Diapositive

Effecten op leerprestaties
John Hattie: 
Het gaat er niet om wat werkt. Het gaat er om wat het beste werkt.

Slide 4 - Diapositive

Noem invloeden die volgens jou effect hebben op leerprestaties.

Slide 5 - Question ouverte

Opdracht: Plaats de onderstaande invloeden in de juiste volgorde. 
1 meeste effect/9 minste effect
Metacognitie: 
de kennis en vaardigheden om het eigen denken, handelen en leren te organiseren, te sturen en te controleren.

Slide 6 - Diapositive

Wat heeft de meeste invloed?

Slide 7 - Diapositive

Invloeden op leerprestaties

Slide 8 - Diapositive

Perspectieven op leren
Het ligt eraan hoeveel je al weet hoe makkelijk je leert!
Leren is conditioneren, verschillende leerprocessen zorgen dat jij je aanpast aan de omgeving 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Metacognitie
Cognitie denken en doen
Meta aansturen en handelen

Metacognitie plannen, doelen stellen, reflecteren op eigen leergedrag
Ontwikkeling van hersenen heeft invloed op metacognitie.

Hoge intelligentie ≠ hoge metacognitie
Verklaring: sommige hoog-intelligente leerlingen worden in het PO en VO onvoldoende uitgedaagd om metacognitieve vaardigheden te ontwikkelen.
Andere leerlingen compenseren voor hun relatief lagere intelligentie met goed ontwikkelde metacognitieve vaardigheden => universiteit

Slide 12 - Diapositive

Motivatie en leren

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Denkvermogen is erfelijk en kan niet veranderd worden door de omgeving of door ervaring
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Er zijn ‘kritische’ periodes in de kindertijd: dwz periodes waarin je een specifieke vaardigheid kan leren
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Wie heeft er meer hersencellen? Een 11-jarige of een volwassene?

A
11 jarige
B
volwassene
C
is gelijk

Slide 17 - Quiz

Ontwikkeling van de hersenen

Slide 18 - Diapositive

Ontwikkeling van de hersenen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo