herhaling 3.1 + 3.2

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

herhaling 3.1 + 3.2

Qv = -5P + 20
Qv is nul bij

1. P = 0
2. P = 5
3. P = 4
4. P = -5

Qv = -5P + 20
De prijs stijgt van 2 naar 3 euro. Wat gebeurt er met de betalingsbereidheid?

1. stijgt
2. daalt
3. blijft gelijk
4. kun je niets over zeggen

Qv = -5P + 20
Hoeveel is de vraag bij een prijs van 2

1. 10
2. 18
3. 0
4. 30

Hoe teken je een vraaglijn

1. Door 2 willekeurige punten de bepalen
2. Met een lineaal
3. Door P = 0 en Qv = 0 in te vullen
4. Als een stijgende lijn

Wat is een voorbeeld van een vraaglijn?

1. Qv = -2p + 100
2. Qv = 3p - 85

De vraaglijn is:

1. dalend
2. stijgend
3. verticaal
4. horizontaal

De vraaglijn is een overzicht van ..

1. De betalingsbereidheid
2. Consumentvertrouwen
3. De kosten
4. De leveringsbereidheid

Qa = 180P - 600
Qv = -120P + 1200

1. Pe = 480, Qe = 6
2. Pe = 300, Qe = 600
3. Pe = 600, Qe = 300
4. Pe = 6, Qe = 480

Vraagfactor: Als het aantal consumenten verandert is er sprake van een verschuiving ...?... de vraaglijn

1. langs
2. van

De aanbodlijn verschuift bij:

1. De prijs van het product verandert
2. Er zijn meer aanbieders door kostenvermindering

Voorbeelden van complementaire goederen zijn ...

1. een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
2. vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
3. een koophuis en een hypotheek
4. een pakje kauwgom en een zakje drop

Wat is geen abstracte markt?

1. Huizenmarkt
2. Oliemarkt
3. Zondagsmarkt
4. Schoenenmarkt

Wat zijn complementaire goederen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Vraagfactor: Als de prijs verandert is er sprake van een verschuiving ...?... de vraaglijn

1. langs
2. van

Een aanbodlijn ...

1. Stijgt
2. Daalt

Vraagfactor: Als de voorkeuren van consumenten veranderen is er sprake van een verschuiving ...?... de vraaglijn

1. langs
2. van

Wat is een substitutiegoed van Cola

1. een frisdrankglas
2. een rietje
3. 7up
4. bacardi

Voorbeelden van substitutiegoederen zijn ...

1. een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
2. vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
3. een koophuis en een hypotheek
4. een pakje kauwgom en een zakje drop

Is de vermogensmarkt een abstracte markt of een concrete markt?

1. Abstracte markt
2. Concrete markt

Een substitutie goed is duurder geworden.

1. Verschuiving van de vraaglijn naar rechts
2. Verschuiving van de vraaglijn naar links
3. Verschuiving langs de vraaglijn

Wat is een vergelijking van een aanbodlijn?

1. Q = 3P + 100
2. Q = -3P +100
3. Q = -25.000P - 10.000
4. Q = 25.000P - 10.000

Wat zal een ondernemer doen om van het aanbodoverschot af te komen

1. Prijs omhoog
2. Prijs omlaag
3. Prijs niet veranderen

I: de huizenmarkt is een concrete markt
II: de aandelenmarkt is een abstracte markt

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. alleen I juist
4. alleen II juist

Zie je hier een vraagoverschot of een aanbodoverschot?

1. Vraagoverschot
2. Aanbodoverschot