Les economie 3.1 Hoe werken markten v.2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

3.1 Wat is de vraag?

Economie

26 September 2023

Leerdoelen

Aan het einde van de les weet je:

• Wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt.
• Wat het vetschil is tussen een substitutiegoed en een complementaire goed.
• Hoe je  een vraag lijn kan tekenen met een vraagfunctie. 
• Wat voor verschilende vraagfactoren er zijn.

Verschillende markten

Concrete markt: een plaats waarbij kopers en verkopers bij elkaar komen om goederen te verhandelen. 

Abstracte markt: een denkbeeldige omgeving waar vraag en aanbod samenkomen zonder rekening te houden met specifieke locaties of fysieke transacties. 

Geef een voorbeeld van een concrete en een abstracte markt.

Concrete markt

Abstracte markt

Substitutiegoederen en complementaire goederen

Substitutiegoederen zijn goederen die elkaar in het gebruik kunnen                  vervangen. Voorbeeld: auto v.s. trein of koffie v.s. thee.

                           Complementaire goederen zijn goederen die elkaar in het            sf                          gebruik aanvullen. Voorbeeld: koffie en koffiemelk, auto en         asda                   benzine of tandpasta en een tandenborstel.

Vraagfuntie

Vraagfunctie/ vraaglijn: Functie/ lijn waarmee je ziet hoe de vraag reageert op een verandering van de prijs.

De formule voor de vraagfunctie is: Qv=-a.p+B

QV= de gevraagde hoeveelheid

A= Helling

P= de prijs van het product

B= niet afhangelijk van de prijs

Stel de vraagfuntie is Qv= -5p+400.000

Vraagfuntie

Teken de volgende vraagfuncties:

1) Qv=-1.5P+1275

2) Qv=-2.5P+950

3) Qv=-7P+300

verschuiving op en van de vraaglijn

gevraagde hoeveelheid bepaald door vraagfactoren:

• prijs (verschuiving op de vraaglijn)

verschuiving van de vraaglijn:

• behoefte en voorkeuren van vragers
• hoogte van inkomen van vragers
• prijs van andere producten

Leerdoelen

We weten nu:

• Wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt.
• Wat het vetschil is tussen een substitutiegoed en een complementaire goed.
• Hoe je  een vraag lijn kan tekenen met een vraagfunctie. 
• Wat voor verschilende vraagfactoren er zijn.

Huiswerk

Opdracht: 7, 8, 11, 13