Periode 1, les 3; Past simple & writing

Vandaag (week 39)
Lezen
Pitch keuzedeel Engels A2-B1 / B1-B2
Grammatica uitleg;
-Past simple

Daarna aan de slag in het boek; 
p.70 t/m 73 (huiswerk voor twee weken, dus hoeft volgende week nog niet volledig af;)
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Vandaag (week 39)
Lezen
Pitch keuzedeel Engels A2-B1 / B1-B2
Grammatica uitleg;
-Past simple

Daarna aan de slag in het boek; 
p.70 t/m 73 (huiswerk voor twee weken, dus hoeft volgende week nog niet volledig af;)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Past simple
Simpele verleden tijd
-2 soorten werkwoorden

Het regelmatige werkwoord eindigt op -ed
Het onregelmatige werkwoord eindigt anders (zie p.336)

Past simple gebruik je als:
-De situatie VOLLEDIG klaar is. 
-Er is dus GEEN connectie met het nu.



Slide 6 - Diapositive

Past simple
Simpele verleden tijd
Het regelmatige werkwoord;
Even oefenen
Regel + ed

1. I ......... (love) you when I was young.
2. You ....... (walk) to fast for me.
3. We ....... (crash) the car last week.
4. The water ......... (boil) at 100 degrees.
5. We all ........ (laugh) hard at his mistakes.






Slide 7 - Diapositive

Past simple
Simpele verleden tijd
Het ONregelmatige werkwoord;
Even oefenen
Heeft zijn eigen vorm, kwestie van weten of 
opzoeken.

1. He ...... (throw) the ball at me.
2. He ........ (sell) the TV yesterday.
3. We ....... (build) the tree house last week.
4. He ........ (keep) kept on annoying me.
5. She ...... (get) what she deserved.






Slide 8 - Diapositive

Past simple
Simpele verleden tijd
Signaalwoorden Past simple
Een signaalwoord geeft in welke tijd de zin staat.
Het geeft dus als het ware een signaal om jou te helpen.

Opdracht: Welke 5 woorden in het volgende stukje zijn een signaalwoord voor de past simple? (= geven een tijd aan?)

I was tired yesterday. I fell out of my bed last week. I lost my keys two weeks ago. Last december we celebrated christmas differently.  I walked past the school the other day. 






Slide 9 - Diapositive

Past simple
Simpele verleden tijd
Werkwoord TO BE
Het werkwoord "to be = zijn" heeft zijn eigen vorm.
Dit is een onregelmatig werkwoord en er komt dus GEEN -ed achter.

Tegenwoordige tijd: I AM tired / we ARE tired / She IS tired. (andere x)
Past simple: I WAS tired /  We WERE tired / She WAS tired.

Hierbij zie je dat er twee vormen zijn in de verleden tijd.
Was & were
Simpele regel: Is de persoon HE SHE IT I, gebruik dan WAS
                                                       YOU WE THEY, gebruik dan were






Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
 -p.70 t/m 73 
(huiswerk voor twee weken, dus hoeft volgende week nog niet volledig af;)
-Nog vragen over het keuzedeel? Denk er even over na en stel deze de volgende les;)

Slide 12 - Diapositive