Woordvolgorde

Woordvolgorde


Woordvolgorde
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde


Woordvolgorde

Slide 1 - Diapositive

Wat is de volgorde van een goede Engelse zin?
A
wie - doet - wanneer -wat - waar?
B
Wanneer - doet - wie - wat - waar?
C
wie - doet - wat - waar - wanneer?
D
Wie - doet - wat - wanneer - waar?

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een bijwoord van tijd.

Slide 5 - Question ouverte

Goed of fout:
The dog walks in the morning in the park.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Goed of fout:
We go tomorrow to Paris
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Goed of fout:
Every morning the little duck swims around in the pond.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Woordvolgorde
Je krijgt nu een aantal vragen om te controleren of je de woordvolgorde kan toepassen.

In de oefening ga je deze volgorde aanhouden:

wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 9 - Diapositive

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
Billy
went
next door
5 minutes ago

Slide 10 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
cats
at night
don't sleep

Slide 11 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
in the garden
are playing
the children
hide and seek

Slide 12 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
the
our tests
is going
to check
teacher
at home
tonight

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Waar in de zin moet het woord 'always'?
He goes to school on time.

Slide 16 - Question ouverte

Zet de zin in de goede volgorde.
visited - me - last year - Abbey

Slide 17 - Question ouverte

Zet de zin in de goede volgorde.
always - holiday - Bo - on - in - goes - summer

Slide 18 - Question ouverte

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
usually
I
go shopping
on Saturdays

Slide 19 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
a shower
Bob
always 
takes
in the morning

Slide 20 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
on time
She
is
never
for class
on Friday

Slide 21 - Question de remorquage

Zet onderstaande woorden in de juiste volgorde.
always
goes
it's
when
john
outside
raining
on
Mondays

Slide 22 - Question de remorquage

Ik snap de woordvolgorde in Engelse zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage