Kern 10 - dag 1-5
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Question ouverte
de vis ademt met zijn
.....
.....
Slide 3 - Question ouverte
Slide 4 - Question ouverte
Lot en Sam gaan .... het zwembad
Sam duikt ... het zwembad
Lot glijdt .... de glijbaan
in
naar
van
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Question ouverte
Tijs wil ... fiets uit de schuur pakken.
De fiets heeft een lekke band.
De fiets heeft een lekke band.
A
zijn
B
haar
C
hem
Slide 9 - Quiz
Soof ... een taart.
De taart is voor oma.
De taart is voor oma.
A
poetst
B
raakt
C
kookt
D
bakt
Slide 10 - Quiz
In de ... vallen de blaadjes.
A
herst
B
herfst
C
herfs
D
hefst
Slide 11 - Quiz
De gele potlood is het ...
A
korst
B
korts
C
kortst
D
koortst
Slide 12 - Quiz
In het haar van Kim zit een strik.
Ans heeft ook een strik in het haar.
Maar zij heeft geen vlecht.
Ans heeft ook een strik in het haar.
Maar zij heeft geen vlecht.
A
B
C
Slide 13 - Quiz
Pien zit in haar mand.
Pom ligt voor de mand.
Daar bijt ze op een bot.
Pom ligt voor de mand.
Daar bijt ze op een bot.
A
B
C
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Question ouverte
De bloemen bloeien ... de tuin
De taart staat ... de tafel
De fiets is ... mijn broer
van
in
op
Slide 19 - Question de remorquage
A
B
C
