EN2-43-PREX.

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Opdracht 1: Schrijf de goede zin over. 

u ziet zes afbeeldingen en 12 zinnen die allemaal te maken hebben met reizen. Schrijf bij ieder plaatje een passende zin. U mag elke zin maar 1 keer gebruiken. U houdt 6 zinnen over. 

Welke zin past bij plaatje 1?

Welke zin past bij plaatje 2?

Welke zin past bij plaatje 3?

Welke zin past bij plaatje 4?

Welke zin past bij plaatje 5?

Welke zin past bij plaatje 6?

Opdracht 2: vul het juiste woord in. 

U ziet 3 afbeeldingen van Engelse winkels. Er staan 12 woorden. Deze woorden moet u invullen in de zinnen. Kijk goed naar de afbeeldingen en vul in elke zin het juiste woord in. u houdt 5 woorden over. 

Cosy

Department

buys

wants

eat

leaves

money

pound

shop

street

hungry

supermarket

Opdracht 3: lees de tekst en beantwoord de vragen. 

U leest een artikel over de 5 beste pretparken in het Verenigd Koninkrijk. 

Lees het bericht en beantwoord de 10 vragen. 

If you like history, go to Alton Towers.

1. waar
2. niet waar

If you like scary rides, go to Warwick Castle

1. waar
2. niet waar

Warwick Castle is the cheapest theme park.

1. waar
2. niet waar

Thorpe Park has the highest rides in the world.

1. waar
2. niet waar

If you like nature, you should go to Drayton Manor.

1. waar
2. niet waar

If you are short you should go to Legoland.

1. waar
2. niet waar

The death star is a new ride.

1. waar
2. niet waar

You can eat on a ride at Alton towers.

1. waar
2. niet waar

You can stay the night at Warwick castle.

1. waar
2. niet waar

If you like spooky rides, go to Drayton Manor.

1. waar
2. niet waar

Opdracht 4. 

vul het formulier in. 

bekijk het formulier op de volgende slide en beantwoord de vragen. 

Wat vul je in op plek 1?

Wat vul je in op plek 2?

Wat vul je in op plek 3?

Wat vul je in op plek 4?

Wat vul je in op plek 5?

Wat vul je in op plek 6?

Wat vul je in op plek 7?

Wat vul je in op plek 8?

Wat vul je in op plek 9?

Wat vul je in op plek 10?

Opdracht 5: Schrijf Engelse zinnen. 

U ziet 5 afbeeldingen van dingen in en om het huis. Schrijf bij iedere afbeelding een Engelse zin. Uw zin moet minimaal 5 woorden lang zijn. Er is steeds één woord of woordgroep gegeven die u in uw zin moet gebruiken. 

Opdracht 6: beantwoord de vragen in hele Engelse zinnen. 

U bent op vakantie in Londen. U gaat naar een restaurant. U voert een gesprek met de waiter (= ober) 

De ober stelt u een aantal vragen. Beantwoord zijn vragen in volledige Engelse zinnen. Alleen Yes of No is niet voldoende. 

Maak in uw antwoord gebruik van de aanwijzingen die tussen haakjes staan. 

Waiter: Hello. How are you doing this afternoon? (gaat prima)

Waiter: Have you booked? (ja, tafel voor 2)

Waiter: would you like to see the menue? (nee, wat is het gerecht van de dag?)

Waiter: Today's special is grilled tuna and cheese on rye. (lekker, dat wilt u wel)

Waiter: Would you like something to drink? (1 cola, 1 water)

Waiter: Would you like something for dessert? (nee, de rekening)

Waiter: Of course. Here is the check. It's 23.55 pounds. (u betaalt met credit card)