La tienda de ropa

BIENVENIDOS
Hoy corregimos los deberes
Traducimos un texto
Repasamos la ropa
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

BIENVENIDOS
Hoy corregimos los deberes
Traducimos un texto
Repasamos la ropa

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze les ...
  • Ken ik de namen van kledingstukken in het Spaans.
  • Heb ik de kleuren nog een keer herhaald.
  • Weet ik hoe je iets kunt kopen in een kledingwinkel in het Spaans. 
LEERDOELEN

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk: MB. Lezen 2.2
Woordenlijst aanvullen met behulp van de tekst
Maken: 

Slide 3 - Diapositive

mijn rode rok

Slide 4 - Question ouverte

zijn zwarte schoenen

Slide 5 - Question ouverte

jullie witte sneakers

Slide 6 - Question ouverte

jouw groene t-shirt

Slide 7 - Question ouverte

onze blauwe spijkerbroek

Slide 8 - Question ouverte

los calcetines
la gorra
la falda
el vestido
la camisa
las zapatillas
de deporte
los vaqueros
el pantalón 
la camiseta
la cazadora
el jersey

Slide 9 - Question de remorquage

Traduce el diálogo en tu cuaderno
Ana: Buenas tardes, busco un abrigo. 
Vendedor: ¿De qué color?
Ana: Busco un abrigo verde.
Vendedor: Vale, ¿qué talla tienes? 
Ana: Tengo la talla M.
Vendedor: Aquí tiene el abrigo. ¿Quieres probarlo?       (*probarlo)
Ana: Sí, ¿dónde están los probadores?
Vendedor: Allí. 
Ana: El abrigo me queda bien. ¿Cuánto cuesta?
Vendedor: €65 euro, ¿quieres pagar en efectivo o con tarjeta?
Ana: Con tarjeta, por favor. 


Denk aan de Spaanse leestekens!

*het proberen/het passen*
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Traduce el diálogo en tu cuaderno
Ana: Goedemiddag, ik zoek een jas. 
Vendedor: Welke kleur?
Ana: Ik zoek een groene jas.
Vendedor: Oké, welke maat heb je? 
Ana: Ik heb maat M.
Vendedor: Hier heb je de jas. Wil je die* passen?       (*probarlo)
Ana: Ja, waar zijn de paskamers?
Vendedor: Daar. 
Ana: De jas zit goed. ¿Hoeveel kost het?
Vendedor: €65 euro, betaal je contant of met pinpas?
Ana: Met pinpas alsjeblieft.


Denk aan de Spaanse leestekens!

*proberen/passen

Slide 11 - Diapositive

https://www.videoele.com/A1-Que-llevan.html

Slide 12 - Diapositive

Los deberes
Grammatica 
werkwoorden: -ar / -er / -ir ser / tener / llamarse 
bezittelijk voorn.woord
Woordenschat
familieleden
kledingstukken
kleuren
iets kopen in de winkel
3.1 uiterlijk 
3.2 karakter
-LEREN-

Slide 13 - Diapositive