Uitscheiding

Uitscheiding
Leerdoelen:
  • aan het eind van deze les weet ik wat er onder uitscheiding wordt verstaan
  • aan het eind van deze les weet ik wat de observatie punten zijn bij uitscheiding
  • aan het eind van deze les weet ik afwijkingen zijn in de verschillende  uitscheidingsproducten
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Uitscheiding
Leerdoelen:
  • aan het eind van deze les weet ik wat er onder uitscheiding wordt verstaan
  • aan het eind van deze les weet ik wat de observatie punten zijn bij uitscheiding
  • aan het eind van deze les weet ik afwijkingen zijn in de verschillende  uitscheidingsproducten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan denk je als je het woord uitscheiding hoort?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

      Uitscheiding

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn observatie punten als je denkt aan urine?

Slide 4 - Question ouverte

frequentie;
hoeveelheid;
kleur;
helderheid;
geur;
manier van urineren
Wie urineren er vaker?
A
pubers
B
kinderen
C
volwassenen
D
ouderen

Slide 5 - Quiz

Kinderen, zij hebben een kleinere blaas en moeten dus vaker plassen
Wanneer moet je vaker urineren?

Slide 6 - Question ouverte

nervositeit
blaasontsteking
zwangerschap
plastablettten

je urineert minder als je 
uitgedroogd bent 
hartproblemen hebt
nierproblemen
veel zweet
braakt

Hoeveelheid urine
  • Hoeveel iemand urineert hangt af van wat iemand drinkt
  • Ook kijk je naar andere uitscheiding dus zweten, braken, diarree als de cliënt dit heeft urineert hij minder  
  • Extreem veel drinken en urineren kan te maken hebben met diabetes

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je het als je een hele dag de urine van een cliënt moet opvangen voor onderzoek
A
dag urine
B
urinesediment
C
24 uurs urine
D
dag en nacht urine

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur kan urine hebben?

Slide 9 - Question ouverte

Normaal: licht geel

Donder geel tot donkerbruin: kan lever probleem zijn

Roze, rood : bloed bij de urine of door bepaalde voedingsproducten bv rode biet


Hoe komt het dat urine troebel kan zijn?
A
bacteriën, eiwitten en pus
B
bacteriën bloedcellen en pus
C
bacteriën, eiwitten en bloedcellen
D
eiwitten, bloedcellen en pus

Slide 10 - Quiz

Ook kan het zijn dat de urine al een tijdje in een potje staat (oude urine) 
Wanneer ruikt urine sterker dan normaal?

Slide 11 - Question ouverte

blaasontsteking.
suikerziekte
oude urine die al tijdje staat
Wat is normaal?
  • Normaal doet urineren geen pijn
  • men urineert in 1x de blaas leeg
  • je urineert met een flinke straal
  • de blaas wordt normaal gevuld

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer zal een cliënt moeite hebben met urineren?

Slide 13 - Question ouverte

direct na bevalling
bij neurologische problemen als dwarsleasie
aangeboren afwijkingen aan de urinewegen
vergrote prostaat
blaasontsteking
De arts controleert de urine door middel van.....?
A
kijken en ruiken
B
test strips
C
klachten die de cliënt heeft

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar let je op als je een test strip gaat gebruiken?
A
vervaldatum
B
juiste bewaarplek
C
waar de strip voor is
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar in het dossier rapporteer je over de urine?
A
rapportage
B
vochtbalans
C
rapportage en vochtbalans

Slide 16 - Quiz

Eventueel uitleg geven wat vochtbalans is
Moet urine opgevangen worden in een steriel potje?
Ja
Nee

Slide 17 - Sondage

Nee dat hoeft niet altijd, het potje moet wel goed schoon zijn
Urine opvangen
  1. Neem ochtend urine, want dit zit al een tijdje in de blaas en heeft de hoogste concentratie
  2. Zorg dat de geslachtsorganen voor het afnemen gewassen zijn
  3. Neem de middelste urine (midstream) dus eerst klein beetje plassen, dan opvangen en daarna de blaas leeg plassen)
  4. Zorg voor een schoon potje, liefst een echt urine potje

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij het urineren?

Slide 19 - Question ouverte

po
urinefles/urinaal
katheter
concoomkatheter

Denk ook aan privacy
Wat is urine retentie?
A
Zonder aandrang urine verliezen
B
Door hoesten urine verliezen
C
Urine vasthouden in de blaas door niet te kunnen urineren
D
Het overlopen van de blaas

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladderscan

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten incontinentie ken je?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandelingen bij incontinentie
  1. Bekkenbodem oefeningen
  2. Blaastraining
  3. Electrostimulatie
  4. Zelf katheterisatie
  5. Medicijnen
  6. Operatie

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten katheters ken je?

Slide 25 - Question ouverte

blaaskatheter/verblijfskatheter
buikkatheter (supra pubis)
eenmalige katheter
concoomkatheter (uritip)

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel ontlasting produceer je gemiddeld op 1 dag?
A
50- 100 gram
B
100-150 gram
C
100-200 gram
D
150-300 gram

Slide 27 - Quiz

Bij diarree meer, bij obstipatie minder

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan er allemaal in je ontlasting zitten?

Slide 29 - Question ouverte

etensresten
bloed
wormen
parasieten
slijm
pus
Welk hulpmiddel gebruik je niet om ontlasting in op te vangen
A
schuitje
B
incontinentie materiaal
C
po
D
urinaal

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tekst
Diarree
Obstipatie
vezelrijke gezonde voeding
uitdroging
donkere urine
aambeien
harde ontlasting
ontlasting pijnlijk
Bij bedlegerige mensen
Vaak meerdere keren per dag
waterdunne ontlasting

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van transpireren?
A
te veel aan vocht verwijderen
B
de huid bevochtigen
C
temperatuurregulatie
D
warmteproductie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen oorzaak van meer transpireren?
A
Ontspanning
B
Hormonale verandering
C
Inspanning
D
Te lage bloeddruk

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is snot hetzelfde als sputum?
Ja
Nee

Slide 36 - Sondage

Nee, snot komt uit je neus en sputum komt uit je longen, dit hoest je op
Hoe vang je sputum op voor onderzoek?

Slide 37 - Question ouverte

sputum pot
laat cliënt in laboratoriumpotje spuwen
Braaksel

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat observeer je als iemand braakt?

Slide 39 - Question ouverte

  • tijdstip en frequentie
  • hoeveelheid
  • manier van braken bv explosief
  • bestandsdelen bv zit er bloed  bij, gal, ontlasting??
  • geur (fecaal braken( 0ntlasting braken) een bloed braken ruikt erg vies
Uitscheiding
Leerdoelen:
  • aan het eind van deze les weet ik wat er onder uitscheiding wordt verstaan
  • aan het eind van deze les weet ik wat de observatie punten zijn bij uitscheiding
  • aan het eind van deze les weet ik afwijkingen zijn in de verschillende  uitscheidingsproducten

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
 Persoonlijke basiszorg 1thema 3 
  1. hoofdstuk 9, 10 en 11 en maak hierbij de verwerkingsopdrachten.
  2. Maak één van de drie praktijksituaties van thema 3:
          - een katheterzak verwisselen bij Iris
          - Meneer Bouwman heeft een longontsteking
          - Meneer de Jager heeft diarree

    3. Maak tot slot 'test je kennis' van thema 3.




Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions