Les 49.2

Les 49.2
leerdoel 2
Lesplanning:
  1. Uitleg krachten samenstellen
  2. Starten met leerdoel 2
  3. Actie = reactie
  4. Verder met leerdoel 2
  5. Bespreken opgave 35
  6. Afsluiting: in de ringen
Check leerdoel 1 inleveren.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Les 49.2
leerdoel 2
Lesplanning:
  1. Uitleg krachten samenstellen
  2. Starten met leerdoel 2
  3. Actie = reactie
  4. Verder met leerdoel 2
  5. Bespreken opgave 35
  6. Afsluiting: in de ringen
Check leerdoel 1 inleveren.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel 2
Je kan krachten samenstellen met een parallellogram- constructie en de stelling van Pythagoras.

Slide 2 - Diapositive

Resulterende kracht
De resulterende kracht bepaald de versnelling en de richting.

Slide 3 - Diapositive

Resulterende kracht

Slide 4 - Diapositive

Parallelogrammethode

Slide 5 - Diapositive

Boot 1 levert een kracht 40 kN, boot 2 80 kN. 
Is de resulterende kracht 120 kN? 
  1. kies een krachtenschaal
  2. Teken de krachten op schaal.
  3. Parallellogram

Slide 6 - Diapositive



  • In je schrift
  • Teken de drie krachten
  • Teken de resulterende kracht.

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag
Starten met leerdoel 2
volgens de studiewijzer.
timer
20:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Starten met leerdoel 2
volgens de studiewijzer.
Tot 11:07

Slide 11 - Diapositive

Opgave 35

Een kracht van 80 N maakt een hoek van 90 ⁰ met een kracht van 140 N.
  • Bereken m.b.v. stelling van pythagoras de resulterende kracht.
  • Toon aan dat de hoek tussen de somkracht en de kracht van 140 N 30⁰ is. 
  • a² + b² = c²               of            rz² + rz² = sz²
  • 80² + 140² = Fsom²
  • Fsom = wortel (80²+140²) = 161 = 1,6*10² N






  • tan (α) = oz/sz = 80 / 140 = 0,5714
  • α = tan⁻¹ (0,5714) = 29,7 ⁰ 
     Dit komt overeen met de tekening. 

Slide 12 - Diapositive

Welke turner moet
de meeste kracht
uitoefenen om in de
getoonde positie te
blijven hangen?
A
De linker turner
B
De middelste
C
De rechter turner

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive