per groepje krijg je een stelling:
- één tweetal is VOOR de stelling
- één tweetal is TEGEN de stelling
1. denken: bedenk zelfstandig argumenten en schrijf ze op (~2 min.)
2. delen: overleg met je tweetal de argumenten (~2 min.)
3. uitwisselen: ga met het andere tweetal in discussie en probeer tot een gezamenlijke oplossing te komen (~5 min.)
Klassikaal nabespreken en nieuwe ronde.