Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Discussiëren
In een discussie praat je met anderen over een bepaald onderwerp. Je kunt het eens of oneens zijn met de stelling over dat onderwerp. In een discussie geeft iedereen zijn/haar mening/standpunten er worden argumenten gegeven.
Een discussie kan je helpen om een mening te vormen over een onderwerp. Hoe?
- Als je de argumenten van een ander overtuigend vindt, kun je van mening veranderen
Slide 2 - Diapositive
Discussiëren:
- Denk goed na.
- Geef een reden. Vertel waarom jij iets vindt.
- Vertel je een feit of een mening?
- Luister naar elkaar, laat elkaar uitpraten.
- Heb respect voor de mening van de ander.
Slide 3 - Diapositive
"Pff, ik weet echt niet wat jouw probleem is, hoor!"
"Jij hebt alleen maar domme ideeën! Dit zijn toch geen oplossingen?"
"Joehoe, wanneer luistert er eindelijk eens iemand naar mij?"
Slide 4 - Diapositive
Stelling: "Een kind mag altijd zelf bepalen wanneer hij of zij naar bed gaat."
A
mee eens
B
niet mee eens
Slide 5 - Quiz
Dilemma
Slide 6 - Diapositive
Dilemma: maak je keuze
A
Elke spin die je ziet moet je opeten.
B
Elke lantaarnpaal waar je langsloopt moet je innig knuffelen.
Slide 7 - Quiz
Leg uit waarom je voor A of B hebt gekozen.
Slide 8 - Question ouverte
Dilemma: maak je keuze
A
Je hebt maar 3 uur slaap per nacht nodig.
B
Je mag één keer gratis naar de maan reizen
Slide 9 - Quiz
Leg uit waarom je voor A of B hebt gekozen.
Slide 10 - Question ouverte
Dilemma: maak je keuze
A
Je bent doof
B
Je bent blind
Slide 11 - Quiz
Leg uit waarom je voor A of B hebt gekozen.
Slide 12 - Question ouverte
Welk argument vind jij het STERKST?
(stelling: "iedereen moet op een sport zitten."
A
Ja, natuurlijk. Leuk toch.
B
Ja, duh.
C
Ja, want bewegen is gezond voor je lichaam.
D
Ja. Mijn vader zit op voetbal.
Slide 13 - Quiz
Welk argument vind jij het STERKST?
(stelling: "iedereen moet op een sport zitten."
A
Nee. Als je niet van sporten houdt, hoef je dat niet te doen. Je kunt ook wandelen om genoeg te bewegen.
B
Nee, lol. Zitten doe je op een stoel.
C
Nee. Dat kan je niet verplichten.
D
Nee. Sporten is vermoeiend. *gaap*
Slide 14 - Quiz
In een discussie mag je alleen maar feiten noemen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Noem twee kenmerken van een goede discussie.
Slide 16 - Carte mentale
Opdracht
• Kies een stelling
• Bepaal je standpunt
• Formuleer argumenten bij je standpunt. Dit doe je door informatie te zoeken over het onderwerp (Deze informatie kan je helpen bij het formuleren van je argumenten. Feiten zijn overtuigender dan meningen!)
• Oefen samen met een medeleerling of een familielid