4B Lezen H2 les 2 woe 10-11

Nederlands
Woensdag 10 nov
H2 Lezen: Feiten, meningen en argumenten.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Woensdag 10 nov
H2 Lezen: Feiten, meningen en argumenten.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is een feit?
A
een feit is altijd waar
B
een feit is altijd onwaar
C
een feit is waar of onwaar en je kunt het controleren
D
een feit is waar of onwaar, maar je kunt het niet controleren

Slide 3 - Quiz

Wat is een mening?
A
iets wat waar is
B
iets wat je vindt
C
iets wat je kunt controleren
D
iets wat niet waar is

Slide 4 - Quiz

meningen
A
herken je aan woorden als 'omdat'.
B
herken je soms aan woorden als 'ik vind'.
C
kun je controleren

Slide 5 - Quiz

Noem signaalwoorden
die bij argumenten horen

Slide 6 - Carte mentale

Bespreken opdr 2 blz 46 en 47
1 Voorlezen
2 de schrijver wil de lezer overtuigen van het nut van voorlezen; de tekst is een betoog. Uitleg: In alinea 1 staat dat volwassenen zouden moeten voorlezen en dat de gerichte actie van het CPNB een goede actie is. In de slotalinea staat in de eerste zin een duidelijke conclusie.
3 Voorlezen zorgt voor plezier in lezen en een betere taal- en leesvaardigheid (al. 6) 

Slide 7 - Diapositive

vraag 4
propaganda (al. 1) – reclame maken met het doel aanhangers te krijgen
gerichte actie (al. 1) – activiteit die een specifiek (bepaald) doel heeft; hier speciaal bedoeld voor ouders
unaniem (al. 3) – allemaal, niemand uitgezonderd
het verder schoppen (al. 4) – meer succes hebben
zich spiegelen aan (al. 4) – nadoen of na willen volgen; anderen als voorbeeld zien
wakkert het vuur aan (al. 5) – stimuleert, maakt enthousiast maken

Slide 8 - Diapositive

Bespreken opdr 2 blz 46 en 47
5 bedoeld voor volwassen; Uitleg: over wij en ons gesproken, waarmee volwassen voorlezers worden bedoeld.
6 1. ‘Althans, dat zouden we moeten doen.’
    2. ‘Een goede actie van de CPNB’
7 betekenis is: Als je op jonge leeftijd verhalen hoort en dus wordt voorgelezen heb je daar later plezier van: plezier in lezen en betere taalbeheersing
8 Ja, de vergelijking gaat wel een beetje op, immers op jonge leeftijd voorgelezen worden is goed voor je taalontwikkeling: kinderen kunnen later beter lezen en zijn succesvoller op school (al. 2)
9 alinea 3          argument 2: Kandidaten krijgen geen wurgcontract opgedrongen.

Slide 9 - Diapositive

Bespreken opdr 2 blz 46 en 47
10 je kunt alle informatie in principe controleren door onderzoeksgegevens te lezen
11 De alinea opent met ‘Het vermoeden bestaat …’ Het is nog niet zeker.
12 mening: volgens; argument: namelijk
13 Kinderen doen hun ouders na: leesgedrag ouders beïnvloedt leesgedrag kinderen. Ouders zijn dan een voorbeeld voor hun kinderen.
14 Gedrag van ouders heeft in het algemeen invloed op kinderen, dan zal het ook wel zo zijn dat kinderen het leesgedrag van ouders overnemen.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
maak opdracht 3 blz 47 en 48
tekst: maak schaatsen sexy

Slide 11 - Diapositive