week 20

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?


  • Los deberes
  • describir una ciudad/pueblo
  • conversación telefónica
Semana 20
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?


  • Los deberes
  • describir una ciudad/pueblo
  • conversación telefónica
Semana 20

Slide 1 - Diapositive

Corregir los deberes

Slide 2 - Diapositive

Corregir los deberes
5.5
Los vebos incorrectos son:
2. Estoy         15. son
3. estás          16. es
4. estoy         17. es
5. estoy         19. es
6. estoy         21. está
7. es               22. es
8. soy            23. estoy
9. eres          24. estoy
10. es            25. estoy
11. estoy
12. estoy
14. es


Tekst
Los verbos correctos son:
1,13,18,20

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ken ik de namen van de winkels die je in een dorp/stad kunt vinden en ken ik andere woorden die met winkelen te maken hebben.
  • Heb ik de woordenschat van mijn wijk/mijn stad nog een keer herhaald en ken ik deze.
  • Kan ik op eenvoudige wijze een telefoongesprek in het Spaans voeren. 
Leerdoelen

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je 
nog?

Slide 5 - Diapositive

9

Slide 6 - Vidéo

00:19
Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden
waarmee Sevilla wordt beschreven.

Slide 7 - Carte mentale

00:35
Wat is Sevilla van Andalucía?
A
niks
B
Het is de belangrijkste stad van Andalucía
C
Het is de hoofdstad van Andalucía

Slide 8 - Quiz

00:58
¿Qué son, entre otros el alczar, la torre de oro y la catedral?
A
ciudades
B
lugares de interés
C
parques
D
festivales

Slide 9 - Quiz

01:31
Welke andere dingen
zijn er nog in Sevilla?

Slide 10 - Carte mentale

01:57
Wat betekent "barrio"
A
stad
B
wijk
C
dorp
D
gemeente

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

SER    ESTAR   HAY 

Slide 13 - Diapositive

02:35
Welke werkwoord wordt er gebruikt om aan te geven dat iets er is?

Slide 14 - Question ouverte

02:42
Wat betekent 'tienda de recuerdos'?

Slide 15 - Question ouverte

03:08
Welke dingen kunnen
er bij 'el río'
gedaan worden?

Slide 16 - Carte mentale

03:52
Waar kun je allemaal
naartoe gaan?

Slide 17 - Carte mentale

¿Cómo es tu ciudad/pueblo?

¿Qué hay?
¿Cómo es?
¿Dónde está?
¿Cómo describirías tu ciudad/pueblo a una persona hispanohablante en 3 frases?

Slide 18 - Diapositive

Describir tu ciudad/pueblo ideal
 ¿Qué hay en tu ciudad/pueblo ideal?
Schrijf in je schrift op wat er allemaal in jouw ideale woonplaats is, hoe het is en waar het is.
Maak gebruik van de werkwoorden hay,  ser en estar. Gebruik ook je woordenlijst. Schrijf minstens 10 zinnen.


Por ejemplo:
Mi ciudad ideal es moderna.
En mi ciudad ideal hay muchas discotecas.
Mi ciudad ideal está en España. 
timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

El lenguaje telefónico               
  1. In welk gesprek is de andere persoon aan het praten?
  2.  In welk gesprek is de persoon die ze zoeken niet thuis?
  3. Bij welk telefoongesprek hebben ze iemand anders gebeld?
LA: pág.89 ej. 4

Slide 20 - Diapositive

Los deberes
Hacer: LA pág 89, ej.5
     LE: 5.1, 5.7
Estudiar: Woordenlijst tarea 1 tm 5
Regelmatige en onregelmatige vormen pretérito perfecto
werkwoorden ser en estar

Los deberes
https://aprenderespanol.org/verbos/ser-estar.html

https://aprenderespanol.org/verbos/preterito-perfecto.html

Slide 21 - Diapositive