Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
H2 Begrotingsbeleid
Slide 1 - Diapositive
Schommelingen in de economie, in productie en dus in inkomen. 'Goede' tijden, hoogconjunctuur en 'slechte' tijden, laagconjunctuur.
Wat is de 'conjunctuurbeweging' (of conjunctuurgolf) in jouw woorden?
Slide 2 - Carte mentale
Maakt leven onvoorspelbaar, mensen weten niet waar ze op kunnen rekenen. Stabiliteit geeft vertrouwen.
Wanneer het te goed gaat: hoge prijzen, openstaande vacatures. Wanneer het slecht gaat: werkloosheid, bevolking heeft minder inkomen, productiecapaciteit van bedrijven wordt niet gebruikt (bedrijven hebben wel kosten gemaakt), financieringstekort overheid => grotere staatsschuld
Welke nadelen kan je bedenken van schommelingen in de economie?
Slide 3 - Carte mentale
Vraag en dus productie stimuleren door zelf bestedingen te doen (investeren in de energietransitie, verduurzaming).
En daarvoor sparen / leningen aflossen in goede tijden.
Hoe zou de overheid de nadelen van laagconjunctuur kunnen beperken?
Slide 4 - Carte mentale
Afvlakken van conjunctuurgolf.
'Flatten the curves' waar kennen we dat van?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Begrotingsbeleid
Onderscheid structureel (gericht op aanbod/ productiecapaciteit) en conjunctureel (gericht op de vraag)
Economisch beleid om de conjunctuurgolf af te vlakken en de nadelige gevolgen te beperken:
Vraagstimulering (bv. door overheidsbestedingen, conjunctureel)
Internationale concurrentiepositie verbeteren => Nederlandse bedrijven goed kunnen concurreren met buitenlandse bedrijven (structureel)
Slide 9 - Diapositive
Aan het werk met § 2.1
H2, § 1: 2; 3
H2, § 2: 1; 5
H2, § 3: 1; 3; 5; 6; 7
H2, § 4: 3; 4
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
Nederlandse producten goedkoper maken => lagere lonen, verhogen arbeidsproductiviteit, inflatie laag houden (hoge prijzen voorkomen, ECB)
Wat kan overheid doen om vraag uit het buitenland te stimuleren?
Slide 11 - Carte mentale
Goede concurrentiepositie
Loonmatiging: lonen laag houden via afspraken werkgevers- en werknemersorganisaties of lage werkgeverslasten arbeid.
Arbeidsproductiviteit verhogen: meer productie bij dezelfde kosten. Overheid: scholing stimuleren.
Inflatie beperken: zorgen dat Nederland niet te duur wordt. Taak ECB, overheid helpt door lonen laag te houden.
Slide 12 - Diapositive
Aan het werk met § 2.2
H2, § 1: 2; 3
H2, § 2: 1; 5
H2, § 3: 1; 3; 5; 6; 7
H2, § 4: 3; 4
timer
10:00
Slide 13 - Diapositive
Automatische stabilisatoren
Manieren waarop de golf automatisch wordt afgevlakt:
Sociale uitkeringen, doordat mensen toch inkomen krijgen, blijft hun vraag naar producten bestaan.
Progressieve belastingen, bij hoog inkomen (goede tijden) betaal je relatief meer belasting => minder besteden, bij laag inkomen (slechte tijden) relatief minder => dus meer te besteden. Vlakt de conjunctuurgolf automatisch af.