Ontdek je voedingspatroon met de Schijf van Vijf

Ontdek je voedingspatroon met de Schijf van Vijf

Leerdoel van de les

Aan het einde van de les kun je je voedingspatroon onderzoeken aan de hand van de Schijf van Vijf en de eetmeter van www.voedingsmeter.nl gebruiken.

Wat weet je al over het onderzoeken van je voedingspatroon?

Wat is de Schijf van Vijf?

De Schijf van Vijf is een model dat aangeeft hoe je gezond kunt eten. Het bestaat uit vijf vakken met verschillende soorten voedingsmiddelen.

Gebruik van eetmeter

De eetmeter op www.voedingsmeter.nl is een handig hulpmiddel om je voedingspatroon in kaart te brengen. Je kunt hiermee bijhouden wat je eet en drinkt.

Praktisch deel 1: Voedingspatroon onderzoeken

Gebruik de eetmeter om een week lang je voedingspatroon bij te houden. Let op hoeveel porties uit de Schijf van Vijf je dagelijks eet.

Praktisch deel 2: Vergelijken met medestudent

Vergelijk je voedingspatroon met dat van een medestudent. Bespreek de overeenkomsten en verschillen in jullie eetgewoonten.

Praktisch deel 3: Analyse van de koelkast

Maak een analyse van de inhoud van je koelkast thuis. Kijk of deze overeenkomt met de aanbevelingen van de Schijf van Vijf.

Praktisch deel 4: Opstellen van verbeteringen

Bedenk minstens drie verbeteringen in je voedingspatroon om meer in lijn te zijn met de Schijf van Vijf. Schrijf deze op.

Praktisch deel 5: Reflectie en actieplan

Schrijf een korte reflectie op wat je hebt geleerd over je voedingspatroon en stel een actieplan op om gezonder te eten.

Samenvatting van de les

We hebben geleerd hoe we ons voedingspatroon kunnen onderzoeken aan de hand van de Schijf van Vijf en de eetmeter. Ook hebben we praktische oefeningen gedaan om bewuster te eten.

Reflectievraag

Wat heb je geleerd over je eigen voedingspatroon en hoe ga je dit meenemen in je dagelijks leven?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.