Ontspannen

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord stress?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stress
Al een aantal jaren valt op dat leerlingen in Nederland meer last hebben van stress. 

Dit soort gevoelens hebben ook
invloed op je leren, en als leren niet lukt heeft dat ook weer invloed hoe je je voelt.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stress
Acute stress is plotselinge stress als gevolg van een onverwachte gebeurtenis of mededeling zoals een schrikreactie of een ongeluk.

Chronische stress is stress die minimaal zes maanden aanhoudt. Chronische stress kan leiden tot uiteenlopende lichamelijke klachten en tot overspannenheid, burn-out en depressiviteit. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Adrenaline zorgt ervoor dat je
A
Rustig gaat zitten om bij te komen
B
weet wat je moet doen
C
herstelt van de schrik
D
snel extra inspanning kan verrichten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Gelukkig is niet elke stress is nadelig. Stress kan ook nuttig zijn.
Niet elke stress is nadelig.
Wanneer is stress nuttig?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer denk jij dat stress nuttig kan zijn?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Positieve effecten van stress
1. Korte periodes van stress boosten je immuunsysteem. En het immuunsysteem is weer belangrijk voor het genezen van wonden en het voorkomen en genezen van infecties. 
2. Het maakt je alert en je krijgt een beter geheugen door het vrijkomen van het hormoon cortisol. 
3. Stress maakt vrijgevig. Mensen die stress ervaren, worden vaak socialer. 
4. Mensen die genieten van stress leven langer. 

Slide 9 - Diapositive

Dat zorgt voor lichamelijke veranderingen, zoals een snellere hartslag en een verbeterde bloedstroom naar je skeletspieren, zodat je snel actie kunt ondernemen. Dit is de eerste fase van je stressreactie, die werkt hooguit een uur.

Een paar minuten later komt het stresshormoon cortisol vrij. Dit is de tweede fase van de stressrespons. Dit hormoon werkt langzamer en veel langer, tot uren na het stressmoment. Cortisol beteugelt onder meer de eerste stressreactie en zorgt ervoor dat je je herinneringen over de situatie goed in je langetermijngeheugen opslaat, zodat je die informatie later weer kunt gebruiken.

Amerikaans onderzoek: Mensen die in een volksonderzoek in 1998 hadden aangegeven vaak gestrest te zijn én dachten dat al die spanning slecht voor hun gezondheid was, bleken in 2006 veel vaker vroegtijdig te zijn overleden dan mensen die net zo veel stress ervoeren maar dat niet als iets bedreigend zagen.
Stresskippen die al die onrust niet als negatief hadden ervaren, leefden zelfs iets langer dan mensen die zich nooit ergens druk over maakten. Kortom, als je weer eens gestrest bent, kun je er maar beter van genieten.
Maar..... als stress te lang duurt heeft het ook negatieve gevolgen.
  • Je bent dan vaak moe
  • Kunt hoofdpijn hebben
  • Last van maagklachten
  • Last van hartkloppingen
  • Je hebt een verminderde weerstand
  • Kunt nek en schouderklachten ervaren
  • En kans op overgewicht

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillende vormen stress
1. Spannende stress = positieve vorm bijvoorbeeld sollicitatiegesprek
2. Frustrerende stress = stress naar aanleiding van frustratie bijvoorbeeld rijden in de file
3. Schadelijke stress = "ernstige soort" bijvoorbeeld na een traumatische ervaring langdurig veel druk om te presteren voelen. 
4. Chronische stress = als je lichaam na de spanning niet terugkeert naar het rust niveau. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe denk je dat stress ontstaat?

Slide 12 - Question ouverte

Stress ontstaat niet door de gebeurtenis zelf maar door de manier waarop je ernaar kijkt of er betekenis aan geeft. 

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

             Ontspannen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat versta jij onder ontspannen?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie manieren om je te ontspannen

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontspannen door:

Slapen
Muziek luisteren
Sporten en bewegen
Spelletje spelen
Film kijken
Lezen
Schilderen
Fysiek bezig zijn 
Ademhalingsoefening

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontspanning? 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: 
Leg alles wat je afleiding geeft, aan de kant. Denk aan beeldschermen en telefoons. 

Maak in tweetallen een schilderij van je klasgenoot, zonder je af te laten leiden. 
Let hierbij ook op je ademhaling 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions