les 5

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Pak je boek, je schrift, je rekenmachine 

en een pen/potlood

kauwgom in de prullenbak

mobiel in de telefoontas

Ik controleer het gemaakte huiswerk 

(opdrachten paragraaf 5.4)

Heb je toch kauwgom of je mobiel: uurtje nakomen

• H
• het hele hoofdstuk is behandeld, we beginnen met een quiz....
• ik bespreek de rekenopdrachten van hoofdstuk 5
• je kijkt zelfstandig je gemaakte werk na (zorg dat je van je fouten leert)
• je begint aan de rekenopdrachten (blz 152)

Deze les

Arbeidsmotieven

1. Nuttig zijn, geld verdienen, sociale contacten, en ontwikkelen
2. Geschoold werk vinden
3. Geen leerbehoefte
4. Ongeschoold werk vinden.

Wat is geschoold werk?

1. werk wat iedereen kan doen
2. werk wat je vanaf een bepaalde leeftijd kunt doen
3. werk wat je kunt doen met een bepaalde opleiding
4. werken bij een school

Wat heb jij het liefst op je brood als je naar school gaat?

Wat heb je aan de CAO?

1. Je hebt er helemaal niets aan
2. Met een cao heb je alleen de minimale bescherming van de wet
3. Wanneer een arbeidsovereenkomst iets bepaalt wat de cao niet toelaat, gaat de cao voor
4. Een cao geldt alleen voor jou

Wat is je brutoloon

1. het geld dat overblijft na belasting
2. het geld dat overblijft na aftrek sociale lasten
3. het geld dat ik op mijn bank krijg van mijn werkgever
4. het geld voor aftrek alle lasten

Nettoloon =

1. brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
2. brutoloon - loonbelasting
3. brutoloon - sociale premies
4. brutoloon

Wat is een nadeel van zwart werken?

1. Je verdiend minder
2. Je moet sociale premies afdragen
3. Je bent niet verzekerd
4. Er is geen nadeel aan zwart werken

Wat hoort er bij grijs werk?

1. Arbeidsovereenkomst
2. Contant loon
3. Vrijwilligerswerk
4. Betaald

bij wit werk betaal je:

1. geen belasting maar wel premie
2. wel belasting maar geen premie
3. wel belasting en premie
4. niets, je krijgt alleen geld

Het zou verboden moeten worden dat leerlingen
broodjes met pindakaas meebrengen naar school

Ja

Nee

Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:

1. het laagste loon in een bedrijf
2. het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt
3. .het loon na belastingen en premies
4. een ander woord voor de bijstand

Hoe jonger je bent, hoe lager het minimumjeugdloon is.

1. Juist
2. Onjuist

De bakker behoord tot de productieSECTOR:

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector
4. Quartaire sector

De aardappelboer behoord tot de productiesector:

1. Quartaire sector
2. Primaire sector
3. Tertiaire sector
4. Secundaire sector

Welke productiesector?
uitzendbureau

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Een van de hobby's van mevrouw Deen
is handwerken.
Wat is jouw hobby?

Welke productiesector?
museum

1. primair
2. secundair
3. tertiair
4. quartair

Wat is arbeidsverdeling?

1. Elke werknemer doet evenveel werk
2. Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
3. Elke werknemer werkt evenveel uren
4. Werknemers verdelen het werk

Wat is een zelfstandige

1. Iemand die in loondienst werkt
2. Geld door klanten
3. Iemand die met eigen bedrijf geld verdient
4. Iemand die zelfstandig taken uitvoert

Wat is een eenmanszaak?

1. een bedrijf met 2 eigenaren
2. de ondernemer is de enige eigenaar
3. een bedrijf met aandelen
4. een twee ondernemers zijn samen eigenaar

Een eenmanszaak heeft geen personeel, het is niet voor niets een eenmanszaak.

1. Juist
2. Onjuist

Projectweek

duurzaamheid

😒🙁😐🙂😃

Welke bewering is juist?

1. Een eenmanszaak kan geen personeel in dienst hebben.
2. Als zelfstandige heb je zekerheid over je werk en je inkomen.
3. Een vof is hetzelfde als een eenmanszaak.
4. De eigenaar van een eenmanszaak is eigen baas.

Wat zijn de voordelen van zzp'er zijn?

1. Eigen tijd indelen en eigen baas zijn
2. Wisselende inkomsten
3. Winst voor jezelf
4. zelf pensioen opbouwen

Wat is een VOF?

1. meerdere ondernemers samen 1 bedrijf
2. veel aandelen
3. 1 bedrijf met 1 eigenaar
4. niet hoofdelijk aansprakelijk

Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?

1. NV
2. BV
3. CV
4. VOF

Wie is er eigenaar van een BV?

1. de aandeelhouders
2. het hoofd van de familie
3. de directeur
4. er is geen eigenaar

Wat is de arbeidsmarkt?

1. Geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid
2. Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag
3. aanbod van arbeid van de beroepsbevolking
4. bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid

A = arbeidsmarkt

B = werkloosheid

C= beroepsbevolking

D = werkgelegenheid

Wat is werkgelegenheid?

1. Geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid
2. Als het aanbod van arbeid groter is dan de vraag
3. aanbod van arbeid van de beroepsbevolking
4. bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid

A = arbeidsmarkt

B = werkloosheid

C= beroepsbevolking

D = werkgelegenheid

Wat is de beroepsbevolking?

1. Iedereen die werkt of werkloos is
2. Iedereen die werkt
3. Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt
4. Iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is

De Algemene wet gelijke behandeling verbied onderscheid op

1. afkomst
2. geslacht, leeftijd
3. religie
4. A, B en C zijn allen juist

Wat is een flexibele baan?

1. Een baan waarin ik mijn eigen werktijd mag indelen
2. Een baan waarin ik moet werken als de baas me oproept.
3. het weekend of doordeweeks moet werken
4. Een baan waarvoor ik niet betaald krijg

Arbeidsparticipatie is

1. Het percentage van de mensen die werkt
2. Het aandeel die mensen hebben in bedrijven
3. De hoeveelheid mensen die vrijwilligerswerk doen
4. Het percentage dat tot de beroepsbevolking behoort

Bij werkloosheid is

1. de vraag naar arbeid groter dan het aanbod
2. het aanbod van arbeid is groter dan de vraag

wat is verborgen werkloosheid

1. Werkloosheid waarbij je je verstopt
2. Werkloosheid waarbij je niet wilt werken
3. Werkloosheid waar je wel wilt werken maar het UWV dit niet weet
4. Werkloosheid waar je geen recht op WW uitkering hebt.

UWV

1. Het UWV kijkt of je recht hebt op een nieuwe baan.
2. Je kijkt of je recht heb op een UWV-uitkering.
3. Het UWV kijkt of je recht hebt op loon.
4. De UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan.

Conjuncturele werkloosheid onstaat ...

1. als de vraag naar goederen en diensten stijgt
2. als de productie naar lage lonen landen gaat
3. als je langdurig op zoek bent en geen werk kunt vinden.
4. door dalende bestedingen omdat de economische groei afneemt

Wanneer is er structurele werkloosheid?

1. bedrijven stoppen met produceren verouderde producten
2. robots nemen het werk van mensen over
3. personeel heeft niet de juiste opleiding
4. A, B en C zijn alledrie juist

Frictie werkloosheid is?

1. Als je (tijdelijk) werkloos bent na je opleiding of tussen verschillende werkgevers in.
2. Als je een bot gebroken hebt en daardoor niet kan werken.
3. Als je werkgever overgenomen wordt door een ander bedrijf en je baan vervalt.
4. Bestaat niet.

Werkloosheid door het verdwijnen van werkgelegenheid in bepaalde seizoenen

1. Regionale werkloosheid
2. Seizoenwerkloosheid
3. Structurele werkloosheid
4. Frictiewerkloosheid

Wat is regionale werkloosheid?

1. Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
2. Dat de werkloosheid in een bepaald seizoen hoger is.
3. Dat de werkloosheid in bepaalde gebieden hoger is.
4. Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Einde van de quiz

We gaan nu eerst kijken naar 

de reken onderdelen

Ik kijk straks even 

wie de meeste vragen goed heeft gemaakt.

Nettoloon berekenen

Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Inhoudingen: loonbelasting en sociale premies

Rekenen met minimumloon

Omrekenen van week naar maand, en van maand naar week

Rekenen met procenten

Loon omrekenen

Omrekenen van week naar maand, en van maand naar week

Omrekenen van maand naar jaar, van week naar jaar en omgekeerd.

Rekenen met procenten

Ondernemingsvormen

Rekenen met procenten

Dividend uitrekenen

Arbeidsmarkt

Rekenen met procenten

ww-uitkering uitrekenen

Huiswerk volgende les

Maken de rekenopdrachten 

Blz 152 + 153

Kijk je gemaakte werk goed na

Snap je iets niet: haal mij erbij

4) Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar.

1. juist
2. onjuist

Tekst

Tekst