Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Je kan zuurstof via zuurstofsonde, zuurstofbril en zuurstofmasker toedienen volgens de geldende protocollen.
Je kan zuurstof geven vanuit "de muur", een zuurstofcilinder en de concentrator volgens de geldende protocollen.
Je kan de saturatiemeter bedienen en aflezen. Je kan de normaalwaarden benoemen.
Slide 2 - Diapositive
Zuurstof is gevaarlijk!
Kan exploderen
Kan vetten of watten/ gaasjes met alcohol laten exploderen
Geen open vuur bij toediening
Geen vetten of olien bij het omgaan met zuurstof
Vermeld duidelijk dat er zuurstof in de ruimte wordt gebruikt
Zorg voor voldoende ventilatie
Slide 3 - Diapositive
taak verzorgende
monitoren van patiënt en zuurstof saturatie
aansluiten van O2
controleren instellingen
tijdig vervangen van zuurstof systeem
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Zuurstof gehalte bepalen door:
Saturatiemeten
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Vormen van zuurstof
Slide 8 - Diapositive
keuze
plaats toedieningsmethode
Welke ken je?
Slide 9 - Diapositive
toedieningsmethode plaatsen
zuurstofmasker
zuurstofbril
zuurstofsonde
Slide 10 - Diapositive
O2 toevoerslang aansluiten
verbinding tussen zuurstofbron en toedieningsmethode
Slide 11 - Diapositive
Bevochtiging nodig?
Slide 12 - Diapositive
Zuurstof toediening
Opdracht:
Jij bent de verzorgende die overdraagt aan de familie die meneer de Vries mee naar huis neemt. Eerst moet je in gesprek met de familie over het gebruik van de zuurstof.
I) Welke veiligheidsregels moeten de familie in acht nemen bij gebruik van zuurstof?
Slide 13 - Diapositive
Wanneer mag je als verzorgende iets aanpassen aan de zuurstofapparatuur?
A
als verzorgende mag je niets aanpassen
B
als de cliënt behoefte zegt te hebben aan meer zuurstof
C
als de vooraf bepaalde instellingen niet meer goed staan
Slide 14 - Quiz
Wat is GEEN teken van te weinig zuurstof ?
A
Hoofdpijn en duizeligheid.
B
Ondertemperatuur.
C
Minder goed slapen.
Slide 15 - Quiz
2 Hoe vaak moet je de neusbril vervangen?
A
1x per week
B
1x per maand
C
1x per 2 weken
D
alleen als deze stuk is
Slide 16 - Quiz
Wat kan helpen tegen drukplekken achter het oor veroorzaakt door de neusbril?