Spelling, herhaling spellingsregels
1 / 10
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
ij
ei
timer
1:00
50
Slide 2 - Question de remorquage
timer
0:45
schr
sch
Slide 3 - Question de remorquage
timer
1:30
Voorbeelden van kilowoorden
Slide 4 - Carte mentale
Wat is de regel van de ou en au woorden?
A
Het zijn weetwoorden. Je moet weten wanneer je au of ou gebruikt.
B
Je kan horen welke versie je gebruikt
C
ou woorden zijn kort, au woorden zijn lang
Slide 5 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
deurknop
B
durknop
Slide 6 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
zigt
B
zicht
Slide 7 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
bangkafschrift
B
bankafschift
C
bankafschrift
D
bangkafschift
Slide 8 - Quiz
welke is goed geschreven?
A
oevenen
B
oefunun
C
oefenen
D
oevunun
Slide 9 - Quiz
welke is goed geschreven?
A
knikeren
B
knikkurun
C
knikurun
D
knikkeren
