Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
2.6 Verweringsmateriaal in beweging
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
V5
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet op welke manieren sediment wordt vervoerd.
Je begrijpt dat de manier van transport invloed heeft op de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Je begrijpt dat in de aride zone het verweringsmateriaal makkelijker kan worden meegenomen dan in de gematigde zone.
Slide 2 - Diapositive
Welk proces vindt hoog in de bergen plaats?
Verwering
Gevolg: uit elkaar vallen van gesteente, op de plek zelf!
-> Transport
Slide 3 - Diapositive
Transport van verweringsmateriaal
1. Massabewegingen
2. Rivieren
3. IJs
4. Zee
5. Wind
Slide 4 - Diapositive
1. Massabeweging = verplaatsen van gesteente
Massabewegingen
Massabewegingen zorgen
ervoor dat verweerd
materiaal langs de
helling naar beneden
beweegt.
Zwaartekracht
Zwaartekracht is verantwoordelijk voor
massabewegingen
Hoe noemen we dit materiaal?
Verweringsmateriaal
Slide 5 - Diapositive
Massabewegingen
Vallend gesteente
Rotsmassa
Puinhelling
Modderstroom
Losse stenen van verschillende omvang rollen en glijden naar beneden
Grote rotsmassa glijdt over een helling naar beneden
Een verweringslaag bestaande uit klei / zand raakt verzadigd met water en stroomt naar beneden
Slide 6 - Diapositive
Waarom is beplanting op hellingen zo belangrijk?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Puinhelling
Verweringsmateriaal valt door de zwaartekracht naar beneden.
Een puinhelling is
enorm veel los verweringsmateriaal langs een bergwand, dat vaak onstabiel is.
Slide 10 - Diapositive
2. Rivieren
Rivierstelsel neemt enorme hoeveelheden sediment mee uit het hele stroomgebied.
Gevolg?
Verticale erosie; het materiaal in de rivier schuurt de dalen uit. Er ontstaat een V-dal
Stroomgebied: gebied die de rivier voedt met regen en smeltwater
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
1. Teken een dwarsdoorsnede van een rivier. 2. Benoem alle onderdelen van de rivier 3. Benoem het sediment
timer
15:00
Slide 13 - Question ouverte
1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.
2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.
3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
3. IJS
IJs is zeer langzaam maar neemt enorme rotsblokken over lange afstanden mee.
-> Waarom zijn er geen hunebedden in Zuid Nederland?
Slide 16 - Diapositive
U - dal
Slide 17 - Diapositive
4. Zee
De stromingen in de zee zorgen voor het transport van het sediment.
Welk sediment
komt in de zee voor?
Slide 18 - Diapositive
5. Wind
- droge gebieden
- geen vegetatie / vocht
Slide 19 - Diapositive
Aan de slag
1. Lees de tekst van de paragraaf
2. Kun je alle leerdoelen uitleggen?
Ja? -> aan de slag met de verkorte leerroute
Mwoah? -> formuleer de vraag en aan je docent
Nee? -> bepaal voor jezelf waar je vastloopt en vraag hulp aan je docent
Slide 20 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet op welke manieren sediment wordt vervoerd.
Je begrijpt dat de manier van transport invloed heeft op de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Je begrijpt dat in de aride zone het verweringsmateriaal makkelijker kan worden meegenomen dan in de gematigde zone.
Slide 21 - Diapositive
2.6 Verweringsmateriaal in beweging (2)
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
V5
Slide 22 - Diapositive
Terugblik vorige week
- maandag: zelfstudie voor toetsen (MO = MK ;-)
- donderdag: par 2.6 besproken
Slide 23 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet op welke manieren sediment wordt vervoerd.
Je begrijpt dat de manier van transport invloed heeft op de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Je begrijpt dat in de aride zone het verweringsmateriaal makkelijker kan worden meegenomen dan in de gematigde zone.
Slide 24 - Diapositive
Waar ging par 2.6 over?
Transport van verweringsmateriaal
a. massatransport
b. rivieren
c. ijs
d. zand
e. wind
Slide 25 - Diapositive
Massabewegingen
Vallend gesteente
Rotsmassa
Puinhelling
Modderstroom
Losse stenen van verschillende omvang rollen en glijden naar beneden
Grote rotsmassa glijdt over een helling naar beneden
Een verweringslaag bestaande uit klei / zand raakt verzadigd met water en stroomt naar beneden
Slide 26 - Diapositive
2. Rivieren
Rivierstelsel neemt enorme hoeveelheden sediment mee uit het hele stroomgebied.
Gevolg?
Verticale erosie; het materiaal in de rivier schuurt de dalen uit. Er ontstaat een V-dal
Stroomgebied: gebied die de rivier voedt met regen en smeltwater
Slide 27 - Diapositive
3. IJS
IJs is zeer langzaam maar neemt enorme rotsblokken over lange afstanden mee.
-> Waarom zijn er geen hunebedden in Zuid Nederland?
Slide 28 - Diapositive
4. Zee
De stromingen in de zee zorgen voor het transport van het sediment.
Welk sediment
komt in de zee voor?
Slide 29 - Diapositive
5. Wind
- droge gebieden
- geen vegetatie / vocht
Slide 30 - Diapositive
Zijn er nog vragen over paragraaf 2.6?
Bespreken hoofdvraag 2.6
Slide 31 - Diapositive
Welke twee natuurlijke eigenschappen van een gebied dagen ertoe bij de massabewegingen kunnen ontstaan
Relief en water
Slide 32 - Diapositive
Beredeneer wat de invloed van begroeiing is op de kans van een massabeweging
De aanwezigheid van begroeiing verkleint de kans op aardverschuivingen omdat de wortels het materiaal vasthouden
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Combineer de terreinvorm met de juiste ontstaanswijze
A. Morene Afzetting van een gletsjer
B. Puinhelling Massabeweging
C. Puinwaaier Afzetting door een rivier
D. U-vormig dal erosie door gletsjer
E. V-vormig dal erosie door rivier
Slide 36 - Diapositive
De ontwikkeling van een rivierdal
Wat is de juiste volgorde?
2
5
4
1
3
Slide 37 - Diapositive
Leg uit hoe het komt dat het rivierdal in plaatje 3 breder is geworden. Je uitleg moet een oorzaak-gevolg relatie bevatten!
Zodra de rivier zich weer een stukje heeft ingesneden, worden de wanden van het dal minder stabiel (oorzaak), waardoor massabewegingen ontstaan en het dal breder wordt.
De helling doet een stapje terug als het ware
Slide 38 - Diapositive
Leg de leerdoelen uit
Je weet op welke manieren sediment wordt vervoerd.
Je begrijpt dat de manier van transport invloed heeft op de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Je begrijpt dat in de aride zone het verweringsmateriaal makkelijker kan worden meegenomen dan in de gematigde zone.