Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
2.6 Verweringsmateriaal in beweging
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
V5
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Je weet op welke manieren sediment wordt vervoerd.
Je begrijpt dat de manier van transport invloed heeft op de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Je begrijpt dat in de aride zone het verweringsmateriaal makkelijker kan worden meegenomen dan in de gematigde zone.t?
Slide 2 - Diapositive
Opdrachten
Beantwoord de vragen in de volgende slides.
Slide 3 - Diapositive
Aardverschuivingen
Open een site van een nieuwszender of krant.
Zoek binnen de site op aardverschuiving.
Bekijk een aantal van de artikelen/video's
Let ook op de data van de artikelen. Hoe vaak komt dit wel niet voor?
Vraag jezelf af: hoe zijn deze aardverschuivingen ontstaan?
Slide 4 - Diapositive
Kies twee berichten uit over aardverschuivingen. Noteer de locaties van de aardverschuivingen. Geef per bericht aan wat de oorzaak van de aardverschuiving is.
Slide 5 - Question ouverte
Maak de juiste combinaties
Slide 6 - Question ouverte
Onder welke weersomstandigheden komt materiaal vooral in beweging?
A
Droog en zonnig weer
B
Regenachtig weer
C
Na hevige sneeuwbuien
D
Als het in de lente plotseling warmer wordt
Slide 7 - Quiz
Voor welke drie soorten aardverschuivingen is een groot hoogteverschil noodzakelijk?
Slide 8 - Question ouverte
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in het voorjaar een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 9 - Quiz
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de zomer een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 10 - Quiz
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de herfst een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 11 - Quiz
Welke van de onderstaande oorzaken kunnen in de winter een oorzaak zijn voor aardverschuivingen?
A
de grote hoeveelheid neerslag
B
de grote hoeveelheid smeltwater
C
de temperatuur passeert regelmatig de 0°C
D
Geen van allen
Slide 12 - Quiz
Verklaar het antwoord van de laatste meerkeuzevraag.
Slide 13 - Question ouverte
Welke transporteurs zijn er van van verweringsmateriaal?
Slide 14 - Question ouverte
Wat is het grootste verschil tussen de verschillende transporteurs?
Slide 15 - Question ouverte
Rivieren transporteren sediment. De korrelgrootte bepaalt de wijze waarop. Maak de juiste combinaties 1. Zand ; 2. Klei ; 3. Grind A. Rollend ; B. Zwevend ; C. Springend
Slide 16 - Question ouverte
Op de afbeelding is sprake van erosie door ...
A
Wind
B
Water
C
IJs
Slide 17 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van erosie door ...
A
Wind
B
Water
C
IJs
Slide 18 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van erosie door ...
A
Wind
B
Water
C
IJs
Slide 19 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van erosie door ...
A
Wind
B
Water
C
IJs
Slide 20 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van erosie door ...
A
Wind
B
Water
C
IJs
Slide 21 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van erosie door ...
A
Wind
B
Water
C
IJs
Slide 22 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van ...
A
Horizontale erosie
B
Verticale erosie
Slide 23 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van ...
A
Horizontale erosie
B
Verticale erosie
Slide 24 - Quiz
Op de afbeelding is sprake van ...
A
Horizontale erosie
B
Verticale erosie
Slide 25 - Quiz
Leg uit hoe verticale en horizontale erosie plaatsvinden en hoe het verschil tussen deze twee ontstaat.
Slide 26 - Question ouverte
Gebruik de atlas. Noteer voor de volgende rivieren de belangrijkste klimaatzone(s) waar hij doorheen stroomt. 1. Amazone ; 2. Missisippi ; 3. Kongo ; 4. Huang He ; 5. Jenisej ; 6. Ganges
Slide 27 - Question ouverte
Bekijk de tabel. Welke uitspraken zijn juist?
A
De rivier die het meeste water vervoert is de langste rivier
B
De rivier die het meeste water vervoert heeft het grootste stroomgebied
C
De rivier die het minste water vervoert is de kortste rivier
D
De rivier die het meeste sediment vervoert is de rivier met het grootste stroomgebied
Slide 28 - Quiz
Bekijk nog eens de tabel. Wat valt je op bij de rivier die het meeste sediment vervoerd? Hoe is dit te verklaren?
Slide 29 - Question ouverte
Lesdoel - check
Je weet op welke manieren sediment wordt vervoerd.
Je begrijpt dat de manier van transport invloed heeft op de korrelgrootte(verdeling) van het sediment.
Je begrijpt dat in de aride zone het verweringsmateriaal makkelijker kan worden meegenomen dan in de gematigde zone.