samenvatting 1 TL Taalverzorging

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom
1TL

Slide 1 - Diapositive

Taalverzorging H3 en H4

Werkwoordelijk Gezegde
Lijdend Voorwerp

Meervouden op -en en -s
Voltooid Deelwoord
Tegenwoordige tijd van de persoonsvorm

Mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden

Slide 2 - Diapositive

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Alle werkwoorden in een zin die samen iets over het onderwerp zeggen, noem je het werkwoordelijk gezegde (wg).



Slide 3 - Diapositive

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



Soms is het werkwoordelijk gezegde maar één werkwoord 

(de persoonsvorm), soms zijn het er meer. Bijvoorbeeld:


- Leonie kijkt naar buiten.

- Leonie heeft naar buiten gekeken

- Leonie wil graag naar buiten kijken.


Slide 4 - Diapositive

ZINSDELEN

werkwoordelijk gezegde



De persoonsvorm is altijd onderdeel van het 
werkwoordelijk gezegde.

werkwoordelijk gezegde =
persoonsvorm + alle andere werkwoorden

Slide 5 - Diapositive

ZINSDELEN

De meeste zinnen bevatten een persoonsvorm, een werkwoordelijk gezegde en een onderwerp.


Veel zinnen hebben ook een lijdend voorwerp.

Met het lijdend voorwerp gebeurt iets,

het 'ondergaat' wat in het gezegde staat.

Wie/wat + Werkwoordelijk gezegde + Onderwerp?

Slide 6 - Diapositive

Meervouden
Meervoud op -en:
  • vaak alleen -en erachter plakken: deur, deuren
  • soms medeklinker verdubbelen: grap, grappen
  • soms klinker weghalen: plaat, platen
  • soms f in v veranderen: duif, duiven
  • soms s in z veranderen: huis, huizen

Slide 7 - Diapositive

Meervouden
Meervoud op -s:
  • vaak alleen -s erachter: wagen, wagens
  • bij woorden die eindigen op a/o/u/i/y komt meestal 's vanwege de uitspraak: oma's, auto's, menu's, kiwi's, baby's. Ik hOU vAn Y’s
  • na een afkorting komt een apostrof: tv's, wc's

Slide 8 - Diapositive

Voltooid deelwoord?
H4 Taalverzorging Spelling: over het voltooid deelwoord

  • Werkwoordsvorm (vervoeging)
  •  Er staat altijd een vorm van hebben, worden of zijn bij.
  •  Gebruik de verlengproef. Daarmee hoor je vaak wat de laatste letter moet zijn!
  • Twijfel tussen d of t?    Gebruik 't ex-kofschip 

Slide 9 - Diapositive

Herhaling persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):



ik-vorm
ik werk, werk jij?
ik loop, loop jij?
ik-vorm + t
hij/zij/het/jij werkt
hij/zij/het/jij loopt
Hele werkwoord
wij/jullie/zij werken
wij/zij/jullie lopen

Slide 10 - Diapositive

mannelijk, vrouwelijk of onzijdig  

de
-woorden: mannelijk of vrouwelijk
het-woorden: onzijdig 


Slide 11 - Diapositive




het-woorden 

dat, dit 

het --> dat + dit





De-woorden 
 
die, deze

de --> die + deze
Onzijdig
Mannelijk/vrouwelijk

Slide 12 - Diapositive

Lees de theorie in de blokjes Taalverzorging Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4!

Slide 13 - Diapositive