§10 Identiteit en Politieke Socialisatie

1 / 34
suivant
Slide 1: Vidéo
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Duidt dit fragment meer op een open of een gesloten samenleving?
open samenleving
gesloten samenleving

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat speelt in het onderwijs meer mee, positietoewijzing of positieverwerving?
positietoewijzing
positieverwerving

Slide 3 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vrouw wordt in één klap rijk door een erfenis van een opa.
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een advocate pleegde fraude en kreeg direct ontslag.
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een moeder die stopt met werken wordt al snel gezien als 'soft'.
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland is een verzorgingsstaat 
Land waarin de overheid voor iedere burger regelt:
- onderwijs
- gezondheidszorg
- sociale zekerheid (minimaal inkomen)
- huisvesting 

Solidariteit: iedereen draagt bij op basis van inkomen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verzorgingsstaat?
Een land waar:

A
mensen bijna nooit een uitkering krijgen.
B
de overheid burgers helpt als dat nodig is.
C
de overheid mensen niet helpt.
D
mensen de overheid moeten helpen.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

veranderingen in het vormingsvraagstuk
§10

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tv
Auto

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat had de groeiende welvaart van de jaren '60 te maken met het ontstaan van de jongerenculturen?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

          Provo's


- Nederlandse jongerencultuur die wereldwijd aandacht kreeg
    - Accepteerden de macht van het gezag niet
    - Gingen met ludieke acties provoceren (geweldloos)
    - Zijn te beschouwen als anarchisten
     Dolle mina's
- Kwamen op voor de rechten van de vrouw
    - streden voor gelijkere verhoudingen

kabouterbeweging
    - Richtte zich op het welvaartsvraagstuk
    - Waren bezorgd om de aantasting van het milieu

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pas het kernconcept conflict toe op de inhoud van het vorige filmpje.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verzuiling
In Nederland was er tot de jaren '60 sprake van verzuiling. De hele samenleving opgedeeld naar geloof of politieke ideologie.
Politieke socialisatie vond alleen binnen de eigen zuil plaats.
ontzuiling
Door o.a. ontkerkelijking vond er ontzuiling plaats. Jongeren kregen te maken met beelden en ideeen buiten hun eigen zuil. In de media vond er vertrossing plaats: amusement werd belangrijjker dan de religieuze boodschap.
socialisatoren
Jongeren kregen ideeën over de maatschappelijke verhoudingen en hoe die moesten veranderen.
Het onderwijs wordt een socialisator en vrienden i.p.v de kerk en verenigingen.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

protestgeneratie in actie
door technische ontwikkelingen (rationalisering) en door globalisering werden problemen en bewegingen elders in de wereld, via massamedia bij jongeren terecht en zij voelden zich daartoe aangetrokken

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke restanten van de verzuiling zie je nu nog terug in Meppel?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

sociale identiteit
Jongeren keerden zich af van de burgerij en hadden  hun eigen groepen

-.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Socialisatieproces

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welke vorm van socialisatie gaat het?
'Irma is 19 jaar en woont in Nederland. Irma is in Suriname geboren en heeft daar 1 jaar gewoond. Daarna is ze naar Nederland verhuisd. Doordat ze zo jong naar Nederland is verhuist, voelt ze zich ook echt een Nederlandese en heeft ze nog weinig met Suriname.'
A
Politieke socialisatie
B
Enculturatie
C
Acculturatie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welke vorm van socialisatie gaat het?
'Eriks opa en oma komen oorspronkelijk uit Duitsland, maar zijn toen zij nog jong waren naar Nederland verhuist. Hierbij hebben zij zich de Nederlandse cultuur eigen gemaakt.'
A
Politieke socialisatie
B
Enculturatie
C
Acculturatie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Politieke socialisatie ging heel erg 'vanzelf' tijdens de periode van
A
Verzuiling
B
Ontzuiling
C
WO II
D
Oliecrisis

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maarten van Rossum stelt dat weinig mensen (ook hoogopgeleid) voldoende kennis hebben van politiek en democratie. (politieke socialisatie, politieke bindingen)

De mate van legitimiteit wordt dan
A
groter
B
kleiner
C
illegaal
D
uitermate ingewikkeld

Slide 28 - Quiz

Legitimiteit
Burgers accepteren het recht van politici om beslissingen te nemen.
Wanneer jij beleefd bent tegen ouderen is dat waarschijnlijk?
A
enculturatie
B
acculturatie
C
internalisatie
D
politieke socialisatie

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'De leden van sportvereniging X vinden het belangrijk dat ze motivatie hebben, hun best doen en proberen te winnen.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Ik denk dat ik sociaal, vriendelijk en behulpzaam ben. Ik vind mezelf over het algemeen wel een aardig mens.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Om welk aspect van identiteit gaat het?
'Mensen die bij een vereniging horen, kijken vaak meer naar elkaar om, steunen elkaar soms financieel als het nodig is en hebben eigen regels en wetten.'
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions