Hfst. 8 par 1

Hfst. 8 par. 1
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hfst. 8 par. 1

Slide 1 - Diapositive

Ophalen voorkennis

Slide 2 - Diapositive

Hyundai is:
A
een oosters gerecht, waarin Panda's verwerkt zijn
B
een automerk, gevestigd in Zuid-Korea

Slide 3 - Quiz

Het risico van investeren in hernieuwbare brandstoffen is:
A
is dit winstgevend genoeg?
B
is dit ecologisch verantwoord genoeg?
C
Is dit hip (drip) genoeg ?
D
Krijg ik genoeg likes op Instagram?

Slide 4 - Quiz

Als je je investering terugkrijgt, met winst noemen we dit:
A
niet specifiek over gehad
B
drijvende kosten
C
verzonken kosten

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Je weet aan het einde van de les:

- weet je wat verzonken kosten zijn
- kun je uitleggen waarom zelfbinding iemand betrouwbaar maakt

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn verzonken kosten?

Slide 7 - Question ouverte

Verzonken kosten
Kosten van een specifieke investering die niet op een andere manier kunnen worden terugverdiend.

Slide 8 - Diapositive

Wat betekent dit?
  • als je geld investeert verwacht je dat je dit terugkrijgt en hopelijk met winst
  • De geïnvesteerde kosten die je verliest bij te weinig succes noemen we de verzonken kosten

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld:
De aannemer die een offerte gaat maken voor de verbouwing van een woning

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wie heeft de verzonken kosten
A
Gemeente Eindhoven
B
PSV

Slide 12 - Quiz

Een verzekeringsmaatschappij onderhandelt al maanden met een medicijnfabrikant over het vergoeden van een nieuw medicijn.
A
Als er een deal gesloten ontstaan er verzonken kosten
B
Pas als de deal afketst is er sprake van verzonken kosten

Slide 13 - Quiz

Verzonken kosten zijn kosten die een speler
?
de verkoop maakt en die niet terugverdiend kunnen worden als de verkoop geen succes wordt.
A
voorafgaand aan
B
na

Slide 14 - Quiz

Een kleine gemeente in de Alpen wil een nieuwe skigebied aanleggen als economische impuls. Een slimme ondernemer begint alvast met de bouw van een hotel en aanleg eigen skilift. De investeringen kunnen alleen worden terugverdiend als de gemeente het skigebied ontwikkelt. Welk begrip past hierbij?
A
Verzonken kosten
B
Begrotingsprobleem
C
Onvoorziene uitgaven
D
Zelfbinding

Slide 15 - Quiz

Wanneer is een investering risicovol?
A
Wanneer je concept niet helemaal duidelijk is
B
Wanneer de toekomst onzeker is
C
Als werknemers in je organisatie hun mening durven te geven
D
Als werknemers in je organisatie hun mening niet durven te geven

Slide 16 - Quiz

Verzonken kosten zijn:
A
als je je investering bye bye moet zeggen omdat het geen succes is
B
als je je investeringen dubbel terugkrijg, nice

Slide 17 - Quiz

Nadelen van hoge verzonken kosten
  • Nadeel: mensen weten dat je afhankelijk bent van ze, hier kunnen ze gebruik van maken.
  • Voorbeeld: als je een Cacao-boer bent in Nigeria, ben je volledig afhankelijk van wat buitenlandse kopers bieden voor je gewassen...je hebt geen andere bron van inkomsten

Slide 18 - Diapositive

Voordelen van hoge verzonken kosten
  • Voordeel: mede-investeerders weten dat je afhankelijk bent en dat dit belangrijk voor je is. 'je stapt er niet zomaar uit'.
  • - voor mede-investeerders is het aantrekkelijk als je bedrijf je leven is
  • - de zelfbinding maakt je betrouwbaar

Slide 19 - Diapositive

De zelfbinding geeft eigenlijk aan:
A
Hoe betrokken en afhankelijk je bent als zakelijke partner
B
Dat je het fijn vindt om jezelf vast te binden, raar
C
Hoeveel mensen je om je heen hebt verzameld bij je project
D
Bij een kookgerecht heb je vaak Maizena nodig als bindmiddel, zoiets?

Slide 20 - Quiz

Leerdoelen
Je weet aan het einde van de les:

- weet je wat verzonken kosten zijn
- kun je uitleggen waarom zelfbinding iemand betrouwbaar maakt

Slide 21 - Diapositive

Opgave maken
vraag  2, 3, 4, 5 en  6 
Verdieping: vraag 7

Slide 22 - Diapositive

Tot nu toe is alles in paragraaf 8.1
A
duidelijk
B
onduidelijk

Slide 23 - Quiz

ik heb nog de volgende vragen:

Slide 24 - Question ouverte

Einde

Slide 25 - Diapositive