Dinsdag 20 september 2022

Dinsdag 20 september 2022
08.30 - 09.10 uur Inloop-
Zelfstandig lezen in je eigen boek

12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur Woordenschat
Nieuwe woorden thema wonen
12.40 - 13.30 uur 
Blink uit Thema 1-Relaties
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 -14.20 uur
Tekenen en schrijven

10.30  - 11.20  uur  
Sport
11.25 - 11.50 uur
Rekenen
11.50-12.10
Nieuwsbegrip afmaken van de Queen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ANT2+Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Dinsdag 20 september 2022
08.30 - 09.10 uur Inloop-
Zelfstandig lezen in je eigen boek

12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.10 - 10.10 uur Woordenschat
Nieuwe woorden thema wonen
12.40 - 13.30 uur 
Blink uit Thema 1-Relaties
10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 -14.20 uur
Tekenen en schrijven

10.30  - 11.20  uur  
Sport
11.25 - 11.50 uur
Rekenen
11.50-12.10
Nieuwsbegrip afmaken van de Queen

Slide 1 - Diapositive

Lezen in je eigen boek

Slide 2 - Diapositive

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Wonen.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Diapositive

de douche
  • een voorwerp met kleine gaatjes waar water uitkomt om je onder te wassen.
  • er zijn verschillende soorten.
  • Zin: Je moet iedere dag onder de douche, dan ben je schoon en fris.
  • Zin: In onze douche staat ook een wastafel en een toilet.

Slide 4 - Diapositive

liever
  • Als je iets of iemand fijner vind dan iets/ iemand anders.
  • Ik eet liever kaas dan jam.
  • Zin: Wij gaan liever naar de bioscoop dan naar school.
  • Zin: Ik vind mijn zus liever dan mijn broer.

Slide 5 - Diapositive

de radio
  • een toestel waar muziek uitkomt..
  • Zin: Ik luister elke dag naar de radio, naar zender 538.
  • Zin: Op de radio kun je verschillende soorten muziek horen.

Slide 6 - Diapositive

vrolijk
  • blij.
  • lachen.
  • Zin: Mijn kleine zusje wordt heel vrolijk van muziek.
  • Zin: Wij zijn heel vrolijk, wij lachen heel veel.

Slide 7 - Diapositive

lekker

  • iets wat je graag eet
  • iets fijns
  • prettig of aangenaam.
  • Zin: Ik heb heel erg lekker geslapen.
  • Zin: Wij vonden het eten wat oma heeft gemaakt erg lekker.

Slide 8 - Diapositive

ik vind spinazie lekker

Slide 9 - Sondage

Welke zin met het woord de douche is goed?
A
Ik gebruik het douche om mij te wassen.
B
Iedereen heeft thuis een douche.
C
De douche heeft alleen koud water.
D
De douche is een kleine ruimte in je huis.

Slide 10 - Quiz

Zoek een foto van een radio

Slide 11 - Question ouverte

In welke zin is het woord
vrolijk
goed gebruikt?
A
Ik vrolijk worden van lekker eten..
B
Als ik vrolijk ben kijk ik boos.
C
Als ik iets leuk vind, word ik daar vrolijk van.

Slide 12 - Quiz

Maak een zin met het woord:
liever.

Slide 13 - Question ouverte

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Diapositive

Mijn moeder zegt dat ze ............. thuis blijft

Slide 15 - Question ouverte

Mijn opa en oma hebben een hele oude ........ bovenop de kast staan

Slide 16 - Question ouverte

Mijn vriend vindt shoarma erg .......

Slide 17 - Question ouverte

Wij hebben in ons huis geen bad, maar wel een ...........................

Slide 18 - Question ouverte

Mijn vader wordt erg ................. als hij een voetbalwedstrijd ziet

Slide 19 - Question ouverte

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: de douche, lekker, liever, de radio en vrolijk

Slide 20 - Diapositive

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Diapositive

Sport

We gaan lekker sporten

Slide 22 - Diapositive

Rekenen
Je werkt in je werkboek.
In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Slide 23 - Diapositive

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Diapositive

Blink Uit
  • We gaan samen de opdrachten maken in het boek

Slide 25 - Diapositive

Disk - taak 1
Aan het einde van de les:
  • heb je gehoord wat de verschillen zijn tussen het verhaal en het schilderij;
  • kan je zelf een verhaal en tekening maken van jouw slaapkamer 

Slide 26 - Diapositive

De opdracht (tekenen en schrijven)
Nu maak je eerst een tekening van jouw eigen slaapkamer. Teken de slaapkamer zoals deze er echt uitziet!

Daarna schrijf je er een verhaal over in 15 zinnen. Schrijf in je verhaal minstens 5 dingen die niet kloppen met je tekening.

Slide 27 - Diapositive