Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
WW spelling - tegenwoordige tijd
Werkwoordspelling t.t.
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling t.t.
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Uitleg werkwoorden tegenwoordige tijd
Oefenen
Instaptoets H2 + paragraaf 2.1 maken
Slide 2 - Diapositive
Waarom is het belangrijk om foutloos te schrijven?
Slide 3 - Diapositive
Foutloos schrijven is belangrijk, omdat:
je elkaar beter begrijpt
bedrijven je niet serieus nemen als er allemaal fouten in je tekst staan
foutloze teksten sneller worden geloofd en betrouwbaarder gevonden
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?
Slide 6 - Diapositive
Twee manieren
1.
Maak de zin vragend.
De persoonsvorm komt vooraan te staan.
2.
Zet de zin in een andere tijd.
De persoonsvorm verandert van tijd.
Ik loop naar school.
Loop
ik naar school? Ik
liep
naar school
Slide 7 - Diapositive
Twee manieren
Daarnaast moet je weten wat het onderwerp is in de zin.
Het onderwerp vind je door:
wie/wat + persoonsvorm (pv)
Tessa speelt morgen haar eerste wedstrijd
Speelt = pv
Tessa = onderwerp
Slide 8 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Mike heeft zijn voet gekneusd tijdens de wedstrijd afgelopen weekend.
A
heeft
B
gekneusd
C
wedstrijd
D
Mike
Slide 9 - Quiz
Wat is het onderwerp?
De verbouwing van de keuken kostte mijn ouders vorig jaar een fortuin.
A
kostte
B
de verbouwing van de keuken
C
mijn ouders
D
vorig jaar
Slide 10 - Quiz
TIP
Vervang het werkwoord door een vorm van
lopen
Ik
word
daar blij van. Hij
wordt
daar blij van.
Ik
loop
daar blij van. Hij
loopt
daar blij van.
Je hoort geen '
t
', dus je schrijft ook geen '
t
'!
Slide 11 - Diapositive
Steffen ..... (bieden) haar geen kans
A
bied
B
biedt
Slide 12 - Quiz
doden
De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
Slide 13 - Quiz
....(beloven) je broer het aan jou?
A
beloofd
B
belooft
C
beloof
D
beloven
Slide 14 - Quiz
Eric ... de spullen naar zijn nieuwe werkplek.
A
verhuist
B
verhuisd
Slide 15 - Quiz
Het is koud dus ..... (kleden) je warm aan
A
kleed
B
kleedt
Slide 16 - Quiz
Kun je me nog eens uitleggen wat je daarmee .... (bedoelen)?
A
bedoeld
B
bedoelt
Slide 17 - Quiz
De automobilist ... met 300 km per uur over de snelweg.
A
racet
B
raced
Slide 18 - Quiz
Aan de slag
Maak de instaptoets van Taalverzorging 2
Maak Taalverzorging 2.1
Niet gemiddeld 70%? Dan maak je ook de extra opdrachten.
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
WW spelling - retail n4
Octobre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
WW spelling - tegenwoordige tijd
Octobre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
WW spelling - tegenwoordige tijd
Novembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
WW spelling
Février 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoorden vervoegen
Mars 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordvolgorde in hoofdzin
Février 2024
- Leçon avec
51 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
SMS klas 5; De persoonsvorm herhalen.
Mai 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Taalles
Primary Education
Age 9,10
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs