Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Weektaak 17 februari t/m
21 februari
Slide 1 - Diapositive
Belangrijke data
18 februari; SO Taalverzorging H4
24 t/m 28 februari; voorjaarsvakantie
3 maart; Repetitie H4
Begin april; boekverslag/ boekrepetitie
Slide 2 - Diapositive
Wat moet je aan het eind van de week kennen en kunnen?
Deze week ;
- bereid je je voor op het SO
- maak je dinsdag een SO over Taalverzorging H4:
* meervouden -en, -s, -'s * gezegde
* voltooid deelwoord
- verslag schrijven naat aanleiding van een You Tube filmpje
Slide 3 - Diapositive
Maandag
Maak eerst Beter Spellen (zie volgende dia)
In deze les maak je de opdrachten af over het gezegde, meervouden en voltooid deelwoord
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
https:
Slide 6 - Lien
Slide 7 - Vidéo
Aan de slag!
Maken; opdrachten Taalverzorging H4 in je digitale boek
Klaar?
Ga verder met de link in de volgende dia.
Succes!
timer
15:00
Slide 8 - Diapositive
https:
Slide 9 - Lien
Puzzel van de week
Slide 10 - Diapositive
Dinsdag
- maken SO Woordenschat H4; een -d of een -t aan het eind van een woord
- maken Beter Spellen
- maak Taalverzorging H4 gezegde en Taalverzorging H4 meervouden op -en en -s af
- maak Stercollectie werkwoordelijk gezegde af, zie dia 9
- puzzel op dia 13
Slide 11 - Diapositive
https:
Slide 12 - Lien
Slide 13 - Diapositive
Woensdag
Beter Spellen
Deze les leer je;
- wat een voltooid deelwoord is
- hoe je een voltooid deelwoord kunt vinden
timer
1:00
Slide 14 - Diapositive
https:
Slide 15 - Lien
https:
Slide 16 - Lien
https:
Slide 17 - Lien
Het voltooid deelwoord 2
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
• Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-:
– Erol is naar huis gegaan. Ik heb de afspraak genoteerd.
Maar ge- kan ook ergens anders staan:
– Hij heeft zijn kamer opgeruimd. De kantine wordt schoongemaakt.
Slide 18 - Diapositive
Het voltooid deelwoord 1
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als een voltooid deelwoord in de zin zit, dan staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.
Slide 19 - Diapositive
Het voltooid deelwoord 3
Soms eindigt een voltooid deelwoord op -n of -en:
– Wat heb je gedaan? Hij heeft een broodje gegeten. Ik ben gevallen. Bram werd gekozen.
Slide 20 - Diapositive
Het voltooid deelwoord 4
• Andere voltooide deelwoorden eindigen op -d of -t. Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: je hoort gehaalde, dus je schrijft gehaald.
Slide 21 - Diapositive
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord? De dief had de tralies (doorvijlen)
Slide 22 - Question ouverte
Er is een vreselijk ongeluk (gebeuren)
Slide 23 - Question ouverte
De cijfers zijn bijna (verdubbelen)
Slide 24 - Question ouverte
Er zijn nog geen woorden met een trema (verwerken).
Slide 25 - Question ouverte
voltooid deelwoord proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven
Slide 26 - Quiz
Wat is het voltooid deelwoord van: knutselen
A
geknutselt
B
geknutseld
Slide 27 - Quiz
'Het voltooid deelwoord van verkleuren is 'verkleurd'