2D end of lesson 1

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

at the end of this lesson you will:
* recognise the words
* remember past simple + past continuous

Slide 2 - Diapositive

The English translation of the irregular verb 'schudden - schudde - geschud' is:
A
(to) shake shook shaken
B
(to) shake shaked shaking
C
(to) shake shake shake

Slide 3 - Quiz

english translation of 'veroorzaken' is:
A
(to) affect
B
(to) crash
C
(to) result
D
(to) cause

Slide 4 - Quiz

English translation of 'zaklantaarn' is:
A
blanket
B
torch
C
whistle
D
crop

Slide 5 - Quiz


Past Simple
Wanneer gebruik je de Past Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 6 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
shit = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 7 - Quiz

Vul in:
Yesterday, I _________ (walk) to school
A
walked
B
have walked

Slide 8 - Quiz

Past simple: je maakt de past simple ontkennend met:
A
do not + hele werkwoord
B
did not + hele werkwoord
C
haven't/hasn't + voltooid deelwoord
D
to be + not

Slide 9 - Quiz

Met welk woordje begin je de zin in de past simple als hij vragend is?
A
Do
B
Have
C
Did

Slide 10 - Quiz

Ik kan de past simple maken in bevestigende, vragende en ontkennende zin
A
Ja
B
Beetje
C
Nee

Slide 11 - Quiz

the English translation of 'deken' is
A
loss
B
barn
C
edge
D
blanket

Slide 12 - Quiz

the English translation of 'noodsituatie' is:
A
first aid kit
B
needsituation
C
injury
D
emergency

Slide 13 - Quiz

The English translation of the irregular verb 'treffen - trof - getroffen' is:
A
(to) hit hat hut
B
(to) hit hitted hitten
C
(to) hit hit hit

Slide 14 - Quiz

Past Continuous
Wanneer gebruik je de Past Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets in het verleden een tijdje aan de gang was
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 15 - Quiz

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?
A
hele ww+ ed of irregular verb
B
was/were hele ww+ ing
C
vorm van to be + hele ww+ ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 16 - Quiz

Past Continuous:
Welke zin staat in de Past continuous?
A
They were living in poverty.
B
They are living in poverty.
C
They lived in poverty.
D
They have been living in poverty.

Slide 17 - Quiz

Past Continuous:
in welke zin wordt de past continuous gebruikt?
A
I haven't been to that film yet.
B
I was walking down the street when I tripped.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am eating a sandwich.

Slide 18 - Quiz

Ik snap de vorm van de past continuous en weet hoe ik de past continuous gebruik.
A
Ja
B
Nee
C
Ehhh past wat???
D
Ja en ik kan het uitleggen

Slide 19 - Quiz

The
English translation of 'EHBO-set' is:
A
EHBO-set
B
accidents kit
C
first aid kit

Slide 20 - Quiz

The English translation of 'verwonden' is:
A
(to) prepare
B
(to) crash
C
(to) warn
D
(to) injure

Slide 21 - Quiz

The English translation of 'voorbereiden' is:
A
(to) destroy
B
(to) search
C
(to) prepare
D
(to) strike

Slide 22 - Quiz

The words I recognise in the sentense are:

Slide 23 - Question ouverte

The torch caused an emergency so we needed a blanket and the first aid kit because our teacher was injured after he was hit by a heavily shaking noise. That is why we prepared the clearance of the building!

Slide 24 - Diapositive

Na deze lesson up....
weet ik wat ik kan verwachten op een toets
moet ik harder/vaker leren
begin ik de grammatica te snappen
ben ik compleet in paniek
heb ik alles onder controle ( denk ik)

Slide 25 - Sondage