maandag 13 mei

Welkom bij Nederlands
Programma vandaag:

  • Fictieopdracht mededeling
  • Lezen (nieuw luisterboek)
  • Herhaling grammatica
  • Aan de slag met opdrachten
  • Nakijken

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Programma vandaag:

  • Fictieopdracht mededeling
  • Lezen (nieuw luisterboek)
  • Herhaling grammatica
  • Aan de slag met opdrachten
  • Nakijken

Slide 1 - Diapositive

De laatste uren van Josephine Donkers
Een zinderende short-read van Daniëlle Bakhuis

Op de laatste dag van de zomervakantie wordt het levenloze lichaam van Josephine Donkers aangetroffen onder aan een Spaanse klif. Is ze gevallen? Gesprongen? Geduwd? Wat is er in haar laatste uren gebeurd? Lucy en Isolde, twee vriendinnen van Josephine, worden enkele uren nadat het lichaam is gevonden verhoord door de politie. Maar wie van hen spreekt de waarheid? Brave meisjes zwijgen over de foute dingen die ze doen…

Slide 2 - Diapositive

Herhaling van grammatica

  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde
  • Onderwerp
  • Lijdend voorwerp
  • Meewerkend voorwerp
  • Bijwoordelijke bepaling


Slide 3 - Diapositive

Zinsdelen

Een zinsdeel kan een woord, maar ook een groepje woorden zijn.

Ieder 'stukje' van de zin dat je voor de PV kunt plaatsen is een apart zinsdeel.

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld
Vorig jaar | heb | ik voor mijn vrienden een damtoernooi | georganiseerd. |

Ik | heb | vorig jaar voor mijn vrienden een damtoernooi | georganiseerd. |

Voor mijn vrienden | heb | ik vorig jaar een damtoernooi | georganiseerd. |

Een damtoernooi | heb | ik vorig jaar voor mijn vrienden | georganiseerd. |

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm

Slide 6 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm? 1/2
Soms rijdt mijn broertje door een rood verkeerslicht.

Slide 7 - Diapositive

Antwoord
rijdt

Slide 8 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm? 1/2
Waarom wandelt Elise de avondvierdaagse?

Slide 9 - Diapositive

Antwoord
wandelt


Slide 10 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde
  • Alle werkwoorden uit de zin
  • Dus: persoonsvorm + andere werkwoorden uit de zin

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn de wwg?
1. Ik zal morgen een broek gaan kopen.
2. Ik heb de hond te veel eten gegeven.

Slide 13 - Diapositive

Onderwerp

Slide 14 - Diapositive

Het onderwerp
 Zoek de persoonsvorm
 Vraag: wie of wat + persoonsvorm
 Het antwoord op die vraag is het onderwerp

Slide 15 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de zin?


1. Klas 2Tb is geweldig!

2. De moeder van mijn vriendin is vorige week op reis gegaan.

Slide 16 - Diapositive

Lijdend voorwerp

Slide 17 - Diapositive

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag: wie/wat + onderwerp + gezegde? Je mag de volgorde veranderen.

Ik geef het boek aan Jan.

Wat geef ik? Het boek.

Slide 18 - Diapositive

Wat is het lv?
1. Marjan geeft Anne een prachtige bos bloemen.

Slide 19 - Diapositive

Meewerkend voorwerp

Slide 20 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp 

 Stel de vraag: Aan/Voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 



Slide 21 - Diapositive

Voorbeeld meewerkend voorwerp:
De zon geeft ons energie.

Aan wie + gezegde + ond en lv.

Aan wie geeft de zon energie? = ons

Slide 22 - Diapositive

Maak twee zinnen met een mv.

Slide 23 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.
Een bwb geeft antwoord op de detective vragen.

Slide 24 - Diapositive

Om de bijwoordelijke bepaling te vinden, stel je de vragen:
  • waar? 
  • wanneer?
  • hoe?
  • met wie?
  • waarom?
  • waarmee?    en nog meer van dit soort vragen

 


Slide 25 - Diapositive

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

1. Op de fiets ging ik gisteren naar de stad.

2. Vanwege de warmte gaat de voetbaltraining vanavond alweer niet door.

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag!
Wat?  Maak opdracht 4 + 5 + 6 op bladzijde 133
Tijd? 10 minuten.


Samen nakijken

Slide 27 - Diapositive

Leerdoel checken
 Gisteravond gaf Marie mijn lieve ouders de grote bos bloemen.
pv = gaf
wg = gaf
ow= Marie
lv = de grote bos bloemen
mv= mijn lieve ouders
bwb=  

Slide 28 - Diapositive