Grammaire Ch. 1 GL 2Vt

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord:

J'habite à Alkmaar dans une maison blanche.

1. habite
2. maison
3. Alkmaar
4. blanche

waarom zijn er in het Frans 4 vormen van het bijvoeglijk naamwoord?
(regelmatig)

bijvoeglijk naamwoord:
welke letters komen erbij bij
vrouwelijk en meervoud?

La glace est........

1. bon
2. bonnes
3. bonne
4. bons

la ….. fille

1. petite
2. petits
3. petites
4. petit

bijvoeglijk naamwoord:
welke letters komen erbij bij
in mannelijk enkelvoud en meervoud?

blauw
Le jean est...........

Obélix est ...........

1. grosse
2. grosses
3. gros

onregelmatige vormen:
welke vorm is niet juist ?

1. amoureuxe
2. belle
3. italiennes
4. grands

welk hulpwerkwoord is nodig bij de passé composé?

Zet in de passé composé:
Nous achetons un vêtement.

1. nous sommes acheter
2. nous avez acheté
3. nous avons acheté
4. nous avons acheter

elle a eu un chien

1. zij heeft een hond gezien
2. jij hebt een hond gehad
3. zij wil een hond hebben
4. zij heeft een hond gehad

wat betekent : il a été

schrijf op in het Frans:


Ik wil
ik heb gewild

waar heb je nog
hulp bij nodig?