3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Weer en Klimaat
Temperatuurverschillen op aarde
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weer en Klimaat
Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen:

- Breedteligging: hoe ontstaan temperatuurverschillen?
- Hoe hoger, hoe kouder.

- Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Begrippen
Breedteligging
Lage breedte
Hoge breedte

Atmosfeer

Invalshoek van de zon

Slide 3 - Diapositive

Het klimaat is het gemiddelde weer van ......... jaar.
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hoge breedte komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder

Slide 6 - Quiz

Atmosfeer

Luchtlaag
rondom de aarde

Slide 7 - Diapositive

Welke invloed heeft de zon op het klimaat?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Ga naar de link.
https://aardrijkskunde.dbz.be/ipad/kosmografie/animatie_belichtingdagboog.html
Zet het poppetje op Nederland.
Schuif de slider ‘tijd van het jaar’

  1. In welke maand(en) heeft de evenaar de hoogste instraling?
  2. In welke maand heeft Nederland de hoogste instraling?
  3. In welke maand heeft Nederland de laagste instraling?
  4. Hoeveel zonnestralen ontvangt de Noordpool in juni? En de Zuidpool?
  5. Zet het poppetje op 23°NB. Hoe vallen de zonnestralen in juni op het poppetje?

Slide 10 - Diapositive

Breedteligging

Evenaar ligt op 0° 
  • Zonnestralen vallen recht op aardoppervlak
  • 3x zoveel zonne-energie als de polen
Nederland ligt op 52° NB
  • Zonnestralen vallen schuin op aardoppervlak

Slide 11 - Diapositive

Op lage breedte
Op hoge breedte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

De zon verwarmd eerst....
A
het dal
B
de lucht
C
de berg
D
het aardoppervlak

Slide 14 - Quiz

Hoe hoger, hoe kouder 
per 1000meter wordt het 6°C kouder

(per 100m, 0,6 kouder)

Slide 15 - Diapositive

In de dal van een berg hebben we 5 °C. Hoeveel graad is op 2000 m hoogte?
A
15 °C
B
-7 °C
C
- 9 °C
D
0 °C

Slide 16 - Quiz

De invalshoek van de zon verschilt met de ..……………….. op aarde.

Zo kun je verklaren dat het rond de evenaar het ………… is en dat de temperatuur …..……… zodra je naar het noorden of zuiden gaat.

breedteligging
warmst
afneemt
koudst
toeneemt
hoogte

Slide 17 - Question de remorquage


A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 18 - Quiz


A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 19 - Quiz

Leerdoelen
• Je kan verklaren waardoor de temperatuurverschillen op aarde ontstaan.

  1. Stand van de zon
  2. Geografische breedte
  3. Hoogte

Slide 20 - Diapositive

Zelfstandig werken

3.2 Temperatuurverschillen op aarde




Opdrachten: volgens weektaak


Slide 21 - Diapositive