Week 47.1

Welcome M3B/D
  • Open your laptops
  • It's learning
  • Methode
  • LessonUp
  • Website 
  • A pen

Test Unit 3&4 Week 49
Deeltoets Unit 3 Week 47!






Speaking Inleveren week 51
Concept inleveren week 47
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome M3B/D
  • Open your laptops
  • It's learning
  • Methode
  • LessonUp
  • Website 
  • A pen

Test Unit 3&4 Week 49
Deeltoets Unit 3 Week 47!






Speaking Inleveren week 51
Concept inleveren week 47

Slide 1 - Diapositive

Target
  • I know a few more words(SB 1-2) and irregular verbs (1-50) 
  • I know how and when to use the comparison
  • I can use reading and listening strategies in order to answer questions about what I have heard or read

Slide 2 - Diapositive

Week 47.1
  • Study words & irregular verbs
  • Work on exercises (SB1) 6&8  (SB 2) 14&17
  • Instruction comparison
  • Work on exercises 13&18
  • Work on exercises 2-3-4-5-9-10

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Options
  • Study words 10 minutes
  • Study irregular verbs 10 minutes in Google Classroom  (1-50) 
timer
10:00
Study
timer
5:00
Practise 6-8 & 14-17
                 Use your book!

Slide 6 - Diapositive

Comparison (Vergelijkingen) & exercise 13-18
  • Trappen van vergelijking gebruiken om mensen of dingen met elkaar te vergelijken
  • Één lettergrepige woorden krijgen -er -est
  • e.g. small - smaller - smallest
  • Twee of meer lettergrepen krijgen MORE of MOST voor het woord
  •  e.g. beautiful - more beautiful - most beautiful
  • UITZONDERINGEN 1.0: LE-ER-OW-Y woorden die hierop eindigen, krijgen ook -er   -est    (next slide)
  • UITZONDERINGEN 2.0: Onregelmatige vormen     (next slide)

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
bigger - biggest
B
more big - most big
C
biger - bigest
D
bigier - bigiest

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?
A
incredibler - incrediblest
B
more incredibler - most incrediblest
C
incredibleer -incredibleest
D
more incredible - most incredible

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
bad?
A
badder - baddest
B
worse - worst
C
bader - badest
D
more bad- most bad

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst

Slide 12 - Quiz

Done?  Work on exercises for this week!

Slide 13 - Diapositive

I know how to use comparisons
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

- I know vocabulary words of Unit 4 lesson 1,... at least a few!
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage