Grammatica woordsoorten: herhaling: Lidwoord en zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord

Grammatica woordsoorten: herhaling: bepaald en onbepaald lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
Welkom 2 havo.
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, leesboek, schrift, laptop
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica woordsoorten: herhaling: bepaald en onbepaald lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord
Welkom 2 havo.
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, leesboek, schrift, laptop
Stap 3: Log in bij Lessonup met je eigen naam

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Ik kan de bepaalde en onbepaalde lidwoorden herkennen en benoemen in een zin.
  • Ik kan de zelfstandige naamwoorden herkennen en benoemen in een zin.
  • Ik kan een (stoffelijk) bijvoeglijk naamwoord herkennen in een zin 

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Herhaling: bepaald en onbepaald lidwoord, zelfstandig naamwoord, (stoffelijk bijvoeglijk naamwoord).
  • Oefenen
  • Huiswerk: De Brug blz. 258 en 259 opdracht 1 en 2.

Slide 3 - Diapositive

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de lidwoorden?

Slide 5 - Question ouverte

Bepaald en onbepaald lidwoord
Bepaald lidwoord: Geeft duidelijk aan wat er wordt bedoeld: de, het.
Onbepaald lidwoord: Geeft niet duidelijk aan wat er wordt bedoeld: een.
Voorbeeld: een huis, het huis.

Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
  • Mensen, dieren, dingen, planten, woorden waar je de, het of een voor kunt zetten. Tip: Gebruik altijd een. Dan weet je het zeker.
  • Eigennamen: Namen van plaatsen, personen, merken, rivieren, landen, continenten etc.
  • Een lidwoord kan niet zonder zelfstandig naamwoord! 

Slide 7 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een eigenschap van een zelfstandig naamoord. Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
  • Let op: Een bijvoeglijk naamwoord kan zowel voor als achter het zelfstandig naamwoord staan.
  • Voorbeeld: De auto is groen.
  • Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: Bijvoeglijk naamwoord waarvan iets is gemaakt: de plastic stoel, de houten armbandjes.

Slide 8 - Diapositive

In je schrift: Benoem van elke zin: bepaald lidwoord, onbepaald lidwoord, zelfstandig naamwoord, (stoffelijk)bijvoeglijk naamwoord
1. Marieke en Sophie hebben een antieke vaas op de granieten vloer laten vallen.
2. De nieuwe rode schoenen van Nike zijn vanmorgen uitverkocht.
3. Erik heeft het plastic doosje met het hoofd van Ed Sheeran erop wegegooid.

Slide 9 - Diapositive

Antwoorden
1. Marieke, Sophie, vaas, vloer = zn
antieke = bn
een = olw
granieten =stoffelijk bn
2. De = blw
nieuwe, rode =
schoenen, Nike = zn 
3. Erik, doosje, hoofd, Ed Sheeran =zn
het, het = blw
plastic = stoffelijk bn

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk
Maken: Opdracht 1 en 2 blz 258+259

Slide 11 - Diapositive