Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Vandaag
Herhaling dichtheid
1 opgave rekenen met dichtheid
Quiz over H4.1-4.4 (12 vragen)
Slide 1 - Diapositive
Dichtheid is de hoeveel massa van dat materiaal
in een bepaald volume
Slide 2 - Diapositive
Formule dichtheid
De dichtheid is de hoeveel massa van dat materiaal in een bepaald volume.
Dichtheid = Massa : Volume
ρ = dichtheid [ g/cm3 ]
m = massa [ g ]
V = volume [ cm3 ]
Slide 3 - Diapositive
Een dobbelsteen van metaal is 2 bij 2 bij 2 cm groot. Hij heeft een massa van 62,96 gram.
Ga met een berekening na, uit welk metaal de dobbelsteen zou kunnen bestaan.
In tabel staat de
dichtheid
in g/cm3
Gegevens:
V = l x b x h = 2 x 2 x 2 = 8 cm3
m = 62,96 g
Gevraagd:
ρ = ? g/cm3
Formule:
ρ = m : V
Uitwerking:
ρ = 62,96 : 8 = 7,87 g/cm3
Antwoord:
De dobbelsteen is van ijzer
Slide 4 - Diapositive
Verschillen tussen
mdf, multiplex en spaanplaat
mdf:
houten platen van houtpoeder en lijm
Multiplex
lagen hout afgewisseld met lagen lijm
Spaanplaat
samengedrukt hout wat bestaat uit grove housplinters en lijm, dat vaak is afgewerkt met een laagje kunststof
Slide 5 - Diapositive
Corrosie
Wat is corrosie?
Aantasting van metalen door water en zuurstof
Beschermen tegen corrosie?
met een laagje tin of kunststof
Verzinken (galvaniseren)
Verf
Welke edelmetalen heb je
Zilver, Goud en Platina
Slide 6 - Diapositive
Verspanen en verbinden
Wat is verspanen:
stukjes weghalen van het materiaal
boren, frezen, beitelen, schaven
3 voorbeelden van verbinden
met schroeven
met spijkers
Lijmen
Slide 7 - Diapositive
Deeltjesmodel
Moleculen van een stof veranderen niet
Moleculen van een stof bewegen voortdurend.
Moleculen van een stof trekken elkaar aan.
Slide 8 - Diapositive
Absolute nulpunt & kelvin
Kelvin --> aantal Celsius - 273
Celsius --> aantal Kelvin + 273
Slide 9 - Diapositive
Stofeigenschappen
Ik kan minimaal 5 stofeigenschappen noemen
om stoffen van elkaar te kunnen scheiden
Ik kan met voorbeelden uitleggen hoe je
stoffen van elkaar kunt scheiden
Slide 10 - Diapositive
Stofeigenschappen:
Brandbaarheid
Geur
Kleur
Smaak
Fase (bij kamertemp.)
Kookpunt
Smeltpunt
Oplosbaarheid in water/olie
Dichtheid
Geen stofeigenschappen:
Temperatuur
Vorm
Massa
Volume
Slide 11 - Diapositive
Zuivere stoffen of mengsels
Zuivere stof
Slechts één type bestandsdeel
Element / verbinding
Mengsel
twee of meer stoffen bij elkaar en niet een nieuwe stof vormen
Slide 12 - Diapositive
Kookpunt of kooktraject
Slide 13 - Diapositive
Quiz H4 Stoffen
Maak gebruik van je Binas en rekenmachine.
De toets bestaat uit 16 vragen (16 pnt)
(1 sleepvraag, 15 meerkeuze vragen)
Heel veel succes!
Slide 14 - Diapositive
Mengsel
1) Geef bij elke stof aan of het gaat om een mengsel of een zuivere stof.
Sleep naar het juiste vakje
Zuivere stof
Slide 15 - Question de remorquage
2) Wanneer je een stof gaat scheiden, veranderen de moleculen.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
3) Glycerol heeft een smeltpunt van 18 graden Celsius en een kookpunt van 290 graden Celsius. In welke fase bevindt Glycerol zich bij kamertemperatuur?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gasvormig
Slide 17 - Quiz
4) Isobutaan heeft een smeltpunt van -138 graden Celsius en een kookpunt van -12 graden Celsius. In welke fase bevindt Isobutaan zich bij kamertemperatuur?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gasvormig
Slide 18 - Quiz
5) Wat is het kookpunt en het smeltpunt in °C?
A
130°C en -222°C
B
78°C en -114°C
C
-222°C en 130°C
D
-114°C en 78°C
Slide 19 - Quiz
6) Welke stof is het? Zoek op in de binas. kookpunt = 78°C Smeltpunt = -114°C
A
Koolstofmono-oxide
B
Spiritus
C
Stikstof
D
Alcohol
Slide 20 - Quiz
7) Wat gebeurt er met de temperatuur van een vloeistof als hij kookt?
A
De temperatuur daalt tijdens het koken
B
De temperatuur stijgt tijdens het koken
C
De temperatuur blijft gelijk tijdens het koken
Slide 21 - Quiz
8) Piet bevindt zich boven op een berg en gaat aardappelen koken. Zal het water van de aardappelen op de berg bij een lagere of hogere temperatuur koken, en waarom?
A
Het kookpunt wordt lager, omdat de luchtdruk hoger is op de berg.
B
Het kookpunt wordt lager, omdat de luchtdruk lager is op de berg
C
Het kookpunt wordt hoger, omdat de luchtdruk hoger is op de berg.
D
Het kookpunt wordt hoger, omdat de luchtdruk hoger is op de berg.
Slide 22 - Quiz
9) Kunnen edelmetalen roesten en/of oxideren?
A
Nee
B
Alleen roesten
C
Alleen oxideren
D
Beide
Slide 23 - Quiz
10) Als de dichtheid van een stof kleiner is dan de dichtheid van water, dan ...