Les 3: 9.2 bezit

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1-3

Grammar

Boek 3/4

9.2 bezit

Doel: Je kunt bezit aangeven

Genitive/ bezit aangeven

Bij de genitive gaat het om het aangeven van bezit.

Denk in het Nederlands aan:

Sarahs doelpunt

Orlando’s auto

de oma van Lucas

Hoe ziet de genitive eruit in het Engels?

De genitive heeft drie vormen:

• ’s
  
• alleen ’
  
• of

Simon’s waveboard

my parents’ decision

the main entrance of the building

De regels voor ’s (deel 1)

Je gebruikt ’s bij:

• namen (ook als ze op -s eindigen!)  

Andrea’s opinion, Jonas’s cat

• enkelvouden die een persoon aanduiden your brother’s plan

my colleague’s keys

• meervouden die niet op -s eindigen 

the women’s toilet, the children’s bedroom

De regels voor ’s (deel 2)

Je gebruikt ook ’s bij:

• uitdrukkingen die tijd of afstand aangeven 

last month’s project, today’s homework, a mile’s walk

• huizen van personen en winkels 

my sister’s house, the butcher’s shop

De regel voor alleen ’

Je gebruikt ’ bij:

meervouden die op -s eindigen.

the boys’ room

the chemists’ conference

the ninjas’ laser swords

my parents’ wedding pictures

Let op het verschil tussen the boys’ room (de kamer van de jongens; meervoud) en the boy’s room (de kamer van de jongen; enkelvoud).

De regels voor of

Je gebruikt of bij:

• dingen 

the branches of that tree, the conclusion of this report

• geografische namen 

Hamburg is the main port of Germany.

• als er een lange omschrijving bij personen staat

These are the bikes of those kids that were here yesterday.

Do you know ‘The Beauty Vlogger… Handbook’?

1. 's
2. '
3. of

That’s the children… tablet.

1. 's
2. '
3. of

Could you give me your friends… phone numbers?

1. 's
2. '
3. of

Is that really Chris… car?

1. 's
2. '
3. of

Is this the address … that girl we saw last weekend?

1. 's
2. '
3. of

We’re going to meet at Sasan...

1. 's
2. '
3. of

Did you go to Wednesday… football training?

1. 's
2. '
3. of

Opdracht

Maak de zinnen af. Bekijk de aanwijzingen tussen haakjes en gebruik een genitive.

(my colleague + desk)
That's ...

(the man that we saw in the lift + the laptop)
This is...

(the soldiers + guns)
Behind this door we keep...

Opdrachten

Boek 3/4

9.2: Ex 2, Grammar practice 44

Extra verdieping: 

9.2: Extra grammar practice 44