§3.2 oog

Het oog
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het oog

Slide 1 - Diapositive

Het oog

Doel:

Je moet de onderdelen, de kenmerken en functies kunnen noemen van het oog.


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Buitenkant oog
  • Oogwit
  • Iris
  • Pupil

Slide 4 - Diapositive

Het Oog

Slide 5 - Diapositive

Werking oog

Slide 6 - Diapositive

HARDE OOGVLIES
HOORNVLIES
1
2
3
4
5

Slide 7 - Diapositive

Het oog

Slide 8 - Diapositive

zintuig:
prikkel: 
licht
oog

Slide 9 - Diapositive

licht in het oog 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Op een heldere avond kijkt Stefan naar de sterrenhemel. Hij kijkt naar één ster. Daarna kijkt hij naar de donkere lucht vlak naast die ster. Stefan merkt dat hij de ster nu veel beter ziet. Hoe komt dat?

Slide 12 - Question ouverte

Optische illusie
Iets dat het oog 
waarneemt, dat door de
hersenen anders 
geïnterpreteerd wordt.

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo


https://schooltv.nl/video/ogen-hoe-ziet-een-oog/#q=ogen

Slide 15 - Diapositive

sleepoefening
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oog.htm

oefen de onderdelen oog nog een keer met de oefening van Biologiepagina.nl oog oefenen (link zoals hierboven)

Slide 16 - Diapositive

Scherp zien
Accomoderen
De lens in het oog wordt boller om dichtbij scherp te zien.

De lens in het oog wordt platter om veraf scherp te zien.

Slide 17 - Diapositive

Scherp zien

Slide 18 - Diapositive

verschil in sterkte bolle lenzen

Slide 19 - Diapositive

 lenzen
Hoe sterker de lens hoe groter de convergerende of divergerende werking is.

Slide 20 - Diapositive

volgende les gaat over brillen!
kennistest over huid en oog!

Slide 21 - Diapositive

Een bril?
Korte oogbol = verziend = bolle lenzen bril (+)

Lange oogbol = bijziend = holle lenzen (-)

Slide 22 - Diapositive

Verziend en bijziend
  • Hoornvlies en ooglens breken licht
  • Bolle lenzen convergeren licht, holle lenzen divergeren licht

Slide 23 - Diapositive

Lenzen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive


Welke situatie is hier van toepassing?
A
Verziend; een bril met bolle lenzen nodig
B
Verziend; een bril met holle lenzen nodig
C
Bijziend; een bril met bolle lenzen nodig
D
Bijziend; een bril met holle lenzen nodig

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Correctie van het oog
Correctie van het oog met behulp van een lens:

Slide 28 - Diapositive

Hoe zie je diepte?

Slide 29 - Diapositive

Diepte zien

Slide 30 - Diapositive

Waarom is "diepte zien" belangrijk?

Slide 31 - Question ouverte

Opdracht
Maak in tweetallen de opdrachten op de stencils

Slide 32 - Diapositive