Grammatica: zinsdelen en lijdend voorwerp

zinsdelen herhalen + lijd.vw
Extra uitleg zinsdelen

Ik / heb / het / nog niet helemaal / begrepen.

wwg:
ond: 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

zinsdelen herhalen + lijd.vw
Extra uitleg zinsdelen

Ik / heb / het / nog niet helemaal / begrepen.

wwg:
ond: 

Slide 1 - Diapositive

zinsdelen
Bouwplan: hoe wordt een zin opgebouwd?
Basiszin: wie + wat
wat = gezegde (knippen)
wie = onderwerp (de kapster)

Basiszin: De kapster knipt.

Slide 2 - Diapositive

zinnen 'uit'bouwen.
Basiszin = wie + wat (gezegde + onderwerp)
Er kan ook staan:
* bij wie / wat
* waar
* wanneer
* waarmee
* aan / voor wie

Slide 3 - Diapositive

bouwplan
wat: knipt
wie: de kapster
bij wie/wat: mijn haar
waar: in de kapsalon
wanneer: 4 weken geleden
waarmee: een schaar
aan / voor wie: x

Slide 4 - Diapositive

uitgebouwde zin
De kapster / knipte / 4 weken geleden / in de kapsalon / mijn haar / met een schaar.

Slide 5 - Diapositive

Zij / hebben / een bos bloemen / aan jou / gegeven.
wat (wwg):
wie (ond): 
waar:
wanneer:
hoe:
met / aan wie:

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Begin je het nu te snappen?
persoonsvorm:
wwg:
ond:
het / begin je nu te snappen.
nu / bgin je het te snappen.

Slide 8 - Diapositive

Begin / je /het/nu/te snappen?
wat (gezegde) begin te snappen
wie (onderwerp) je

wat: het
wanneer: nu
waar: x
 

Slide 9 - Diapositive

lijdend voorwerp
Ik geef een bos bloemen aan jou.
wwg:
ond:
lijdend voorwerp =
wie / wat + gezegde + onderwerp ?

Slide 10 - Diapositive

De docent mailt het huiswerk.
gezegde:
onderwerp:

wie / wat + gezegde + onderwerp
lijdend voorwerp:


Slide 11 - Diapositive

De medewerker haalt zijn collega op.
wwg:
ond:
l.vw:

Slide 12 - Diapositive

Een beroemde boyband geeft in juni in Amsterdam concerten.
wat is het lijdend voorwerp?
A
een beroemde boyband
B
concerten
C
Amsterdam
D
juni

Slide 13 - Quiz

Veel meisjes vragen op school alvast een verlofdag aan.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
op school
B
vragen
C
een verlofdag
D
veel meisjes

Slide 14 - Quiz

Een warme jas beschermt je tijdens vorst altijd tegen de kou.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
je
B
vorst
C
een warme jas
D
de kou

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig werken
Maken: grammatica - blok 4 - les 4.5
Wat: zinsdelen en lijdend voorwerp

Slide 16 - Diapositive